ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6924

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002181-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak inzake gebruik van meststoffen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf met betrekking tot het gebruik van meststoffen, specifiek dierlijke meststoffen en/of zuiveringsslib. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een geldboete van € 790,- of subsidiair 15 dagen hechtenis. Echter, het hof heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging.

De vrijspraak is gebaseerd op het feit dat er geen monsters zijn genomen van het materiaal dat door de verdachte was uitgereden, noch van het materiaal dat zich in de kelder bevond. Hierdoor kon niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat de verdachte op 4 februari 2009 daadwerkelijk de in de tenlastelegging genoemde stoffen had gebruikt. Het hof concludeerde dat het dossier en het verhandelde ter terechtzitting geen uitsluitsel boden over de beschuldigingen.

De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en verklaart het ten laste gelegde niet bewezen. De verdachte is derhalve vrijgesproken van de beschuldigingen. Dit arrest is gewezen door een collegiaal hof, bestaande uit drie rechters, en is geregistreerd onder parketnummer 24-002181-09.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002181-09
Parketnummer eerste aanleg: 19-994611-09
Arrest van 4 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, economische kamer,
op het hoger beroep tegen het vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Assen van 1 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1969] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De economische politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een geldboete van
€ 790,-, subsidiair 15 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 4 februari 2009 te [plaats], al dan niet opzettelijk, dierlijke meststoffen en/of zuiveringsslib en/of een mengsel met dierlijke meststoffen en zuiveringsslib heeft gebruikt op een perceel bouwland, gelegen aan of nabij [adres] te [plaats], terwijl die dierlijke meststoffen en/of dat zuiveringsslib en/of dat mengsel niet emissiearm werd(en) aangewend.
Vrijspraak
Verdachte heeft ter zitting betoogd dat hetgeen hij op 4 februari 2009 niet emissiearm heeft uitgereden geen van de in de tenlastelegging genoemde stoffen bevatte en dat hij moet worden vrijgesproken.
Nu door de beide ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst geen monster is genomen van het uitgereden materiaal en ook niet van het materiaal dat zich in de kelder bevond en het materiaal derhalve niet is onderzocht en het thans ook niet meer kan worden onderzocht, kan - nu het dossier, c.q. het verhandelde ter terechtzitting ook overigens geen uitsluitsel biedt - niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld dat verdachte destijds dierlijke meststoffen en/of zuiveringsslib, dan wel een mengsel met één van deze stoffen, heeft uitgereden.
Het hof is derhalve van oordeel dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het aan hem ten laste gelegde feit heeft begaan. Het hof zal verdachte daarom vrijspreken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens , voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. W. Foppen, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier.