ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6923

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003008-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 maart 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1978, werd beschuldigd van mishandeling van zijn ex-vriendin op 21 april 2009. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zittingen in hoger beroep is het onderzoek voortgezet, waarbij de advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte schuldig zou verklaren en hem zou veroordelen tot een werkstraf van 60 uren.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan mishandeling. De tenlastelegging was gewijzigd en het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk zijn ex-vriendin had mishandeld door haar tegen het gezicht te slaan en tegen haar benen te schoppen, wat leidde tot pijn en letsel bij het slachtoffer.

Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft ook een uittreksel uit de justitiële documentatie van de verdachte in overweging genomen, waaruit bleek dat hij eerder was veroordeeld voor strafbare feiten. Gezien het feit dat de verdachte geen contact meer heeft met het slachtoffer, achtte het hof een voorwaardelijke gevangenisstraf niet aangewezen. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis zou worden toegepast.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003008-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-754275-09
Arrest van 4 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 9 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. F.A. Weijzen, advocaat te Utrecht.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 60 uren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
De tenlastelegging is ter terechtzitting van het hof op 1 juli 2010 op vordering van de advocaat-generaal gewijzigd. Aan de verdachte is met inachtneming van die wijziging ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 21 april 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon, te weten [slachtoffer], bij/in de keel en/of de hals en/of de kaak heeft vastgepakt en/of geknepen en/of meermalen, althans eenmaal, in/tegen het gezicht, althans tegen het hoofd, heeft gestompt en/of geslagen en/of meermalen, althans eenmaal, tegen een/de be(e)n(en) heeft getrapt en/of geschopt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 21 april 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend [slachtoffer] tegen het gezicht heeft geslagen en meermalen tegen de benen heeft geschopt, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 21 april 2009 schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn ex-vriendin door haar tegen het gezicht te slaan en tegen haar benen te schoppen. Door zijn handelen heeft verdachte de lichamelijke integriteit van het slachtoffer aangetast.
Het hof heeft bij de straftoemeting rekening gehouden met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 21 december 2010. Daaruit is gebleken dat verdachte eerder wegens strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf een passende bestraffing is. Gelet op de omstandigheid dat verdachte geen contact meer heeft met zijn ex-vriendin, acht het hof oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de politierechter opgelegd, thans niet aangewezen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de voormelde werkstraf geheel in mindering wordt gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.J. Beswerda, voorzitter, mr. H. Heins en mr. E. de Witt, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier.