ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6256

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
1 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000148-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor meermalen gepleegde oplichting via Marktplaats

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor meermalen gepleegde oplichting. De verdachte heeft in de periode van 1 december 2006 tot en met 2 mei 2007 via de website Marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin hij goederen te koop aanbood onder de naam van een computerbedrijf waarmee hij geen enkele relatie had. De verdachte heeft kopers bewogen tot het overmaken van geldbedragen door hen te laten geloven dat zij goederen zouden ontvangen die hij nooit in zijn bezit had. De benadeelde partijen, waaronder [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3], hebben hierdoor schade geleden. De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden geëist, evenals schadevergoeding voor de benadeelde partijen. Het hof heeft de positieve ontwikkelingen in de persoon van de verdachte in aanmerking genomen, waaronder zijn huwelijk en de hulp die hij ontvangt van instanties. Het hof heeft besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en de verdachte een voorwaardelijke straf op te leggen, gelijk aan de onvoorwaardelijke straf die eerder was opgelegd. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen tot de gevorderde bedragen van respectievelijk € 50,--, € 475,-- en € 75,--. Daarnaast is de verdachte verplicht tot betaling aan de Staat van deze bedragen ten behoeve van de slachtoffers, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien niet aan de betalingsverplichtingen wordt voldaan.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000148-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-850317-07
Arrest van 1 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 15 januari 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. U. Ugur, advocaat te Hengelo.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en op de vorderingen van de benadeelde partijen beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake van het ten laste gelegde tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3] zal toewijzen tot een bedrag van respectievelijk € 50,--, € 475,-- en € 75,--.
Met betrekking tot voornoemde bedragen, subsidiair te vervangen door respectievelijk 1 dag, 9 dagen en 1 dag hechtenis, heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof eveneens schadevergoedingsmaatregelen zal opleggen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, na toewijzing van de vordering wijziging tenlastelegging d.d.
22 juli 2008, ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 2 mei 2007, op diverse data en/of tijdstippen, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], (in elk geval) in Nederland, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde 3] en/of [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van een (aantal) geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 15 januari 2007:
- op de site www.marktplaats.nl een advertentie op naam van het (computer)bedrijf [bedrijf] geplaatst met daarin vermeld dat hij, verdachte een laptop (merk Toshiba) voor een bedrag van 50,- euro te koop had en/of
- (toen voornoemde [benadeelde 1] contact met hem, verdachte, zocht) aan die [benadeelde 1] gemaild/verteld dat die te koop aangeboden laptop naar die [benadeelde 1] verstuurd zou worden, indien die [benadeelde 1] 50,- euro over zou maken op het rekeningnummer [rekeningnummer], waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot afgifte van voornoemd geldbedrag (van 50,- euro) en/of
in of omstreeks de periode van 19 april 2007 tot en met 24 april 2007:
- op de site www.marktplaats.nl een advertentie op naam van het (computer)bedrijf [bedrijf] geplaatst met daarin vermeld dat hij, verdachte een (vijftal) TomTom navigatiesyste(e)m(en) voor een bedrag van 150,- euro (per stuk) te koop had en/of
- (toen voornoemde [benadeelde 3] contact met hem, verdachte, zocht) aan die [benadeelde 3] gemaild/verteld dat het Kamer van Koophandelnummer van zijn, verdachtes, bedrijf [nummer] was en/of dat hij van computerbedrijf [bedrijf] was en/of
- aan die [benadeelde 3] gemaild/verteld dat (een viertal van) die te koop aangeboden TomTom navigatisyste(e)m(en) naar die [benadeelde 3] verstuurd zouden worden, indien die [benadeelde 3] 75,- euro (als aanbetaling) over zou maken op het rekeningnummer [rekeningnummer], waardoor die [benadeelde 3] werd bewogen tot afgifte van voornoemd geldbedrag (van 75,- euro) en/of
in of omstreeks de periode van 19 april 2007 tot en met 2 mei 2007:
- op de site www.marktplaats.nl een advertentie op naam van het (computer)bedrijf [bedrijf] geplaatst met daarin vermeld dat hij, verdachte een laptop (van het merk Fujistu Siemens Amilo) voor een bedrag van 475,- euro te koop had en/of
- (toen voornoemde [benadeelde 2] (telefonisch) contact met hem, verdachte, zocht) aan die [benadeelde 2] verteld dat het bedrag van 475,- euro overgemaakt kon worden naar het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [bedrijf] en/of dat de die laptop naar die [benadeelde 2] verstuurd zou worden, indien het geld op voornoemd rekeningnummer gestort was, waardoor die [benadeelde 2] werd bewogen tot afgifte van voornoemd geldbedrag (van 475,- euro),
terwijl verdachte wist dat voornoemd bedrijf [bedrijf] niet (als zodanig) bestond en/of dat het bedrijf [bedrijf] niet onder zijn, verdachtes, naam stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en/of terwijl verdachte, ten tijde van het te koop aanbieden van voornoemde goederen wist dat hij deze niet in zijn bezit had en/of/aldus niet in staat was deze te leveren,
terwijl tijdens het plegen van het/de misdrij(f)(ven) nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert (een) veroordeling(en) van verdachte tot gevangenisstraf(fen) wegens diefstal en/of oplichting in kracht van gewijsde is/zijn gegaan;
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij in de periode van 1 december 2006 tot en met 2 mei 2007, op diverse data, te [plaats], in de gemeente [gemeente], telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid, [benadeelde 3] en [benadeelde 2] en [benadeelde 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, hebbende verdachte toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk:
in de periode van 1 december 2006 tot en met 15 januari 2007:
- op de site www.marktplaats.nl een advertentie op naam van het computerbedrijf [bedrijf] geplaatst met daarin vermeld dat hij, verdachte een laptop (merk Toshiba) voor een bedrag van 50,- euro te koop had en
- toen voornoemde [benadeelde 1] contact met hem, verdachte, zocht aan die [benadeelde 1] gemaild/verteld dat die te koop aangeboden laptop naar die [benadeelde 1] verstuurd zou worden, indien die [benadeelde 1] 50,- euro over zou maken op het rekeningnummer [rekeningnummer], waardoor die [benadeelde 1] werd bewogen tot afgifte van voornoemd geldbedrag van 50,- euro en
in de periode van 19 april 2007 tot en met 24 april 2007:
- op de site www.marktplaats.nl een advertentie op naam van het computerbedrijf [bedrijf] geplaatst met daarin vermeld dat hij, verdachte een vijftal TomTom navigatiesystemen voor een bedrag van 150,- euro per stuk te koop had en
- toen voornoemde [benadeelde 3] contact met hem, verdachte, zocht aan die [benadeelde 3] gemaild/verteld dat het Kamer van Koophandelnummer van zijn, verdachtes, bedrijf [nummer] was en dat hij van computerbedrijf [bedrijf] was en
- aan die [benadeelde 3] gemaild/verteld dat een viertal van die te koop aangeboden TomTom navigatiesystemen naar die [benadeelde 3] verstuurd zouden worden, indien die [benadeelde 3] 75,- euro als aanbetaling over zou maken op het rekeningnummer [rekeningnummer], waardoor die [benadeelde 3] werd bewogen tot afgifte van voornoemd geldbedrag van 75,- euro en
in de periode van 19 april 2007 tot en met 2 mei 2007:
- op de site www.marktplaats.nl een advertentie op naam van het computerbedrijf [bedrijf] geplaatst met daarin vermeld dat hij, verdachte een laptop van het merk Fujistu Siemens Amilo voor een bedrag van 475,- euro te koop had en
- toen voornoemde [benadeelde 2] telefonisch contact met hem, verdachte, zocht aan die [benadeelde 2] verteld dat het bedrag van 475,- euro overgemaakt kon worden naar het rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van [bedrijf] en dat de laptop naar die [benadeelde 2] verstuurd zou worden, indien het geld op voornoemd rekeningnummer gestort was, waardoor die [benadeelde 2] werd bewogen tot afgifte van voornoemd geldbedrag van 475,- euro,
terwijl verdachte wist dat het bedrijf [bedrijf] niet onder zijn, verdachtes, naam stond ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en terwijl verdachte, ten tijde van het te koop aanbieden van voornoemde goederen wist dat hij deze niet in zijn bezit had en niet in staat was deze te leveren,
terwijl tijdens het plegen van de misdrijven nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert veroordelingen van verdachte tot gevangenisstraffen wegens diefstal en oplichting in kracht van gewijsde zijn gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
oplichting, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de schuldige tot gevangenisstraf wegens diefstal en oplichting in kracht van gewijsde is gegaan, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich meerdere keren op diverse data in de periode van 1 december 2006 tot en met 2 mei 2007 schuldig gemaakt aan oplichting. Verdachte heeft via de site www.marktplaats.nl advertenties geplaatst, waarin hij goederen te koop aanbood, onder de naam van een computerbedrijf waarmee verdachte geen enkele relatie had. Vervolgens liet verdachte de kopers van die goederen een (aan)betaling doen op zijn rekeningnummer, terwijl hij de goederen nooit in zijn bezit heeft gehad noch heeft kunnen leveren. De kopers werden door het gebruik van de valse naam en/of hoedanigheid bewogen tot afgifte van geld. Door zijn slinkse wijze van handelen heeft verdachte het vertrouwen van de kopers ernstig beschaamd.
Het hof neemt bij de strafoplegging een verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatieregister d.d. 10 februari 2011 in aanmerking, waaruit blijkt dat verdachte al eerder ter zake van oplichting en andere vermogensdelicten is veroordeeld.
Voorts houdt het hof rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze ter terechtzittingen van het hof naar voren zijn gebracht. Verdachte heeft aangevoerd dat hij zijn leven inmiddels op orde heeft gebracht. Zo is verdachte getrouwd, heeft hij na vele verhuizingen een vaste woonplek waar hij zich thuis voelt, functioneert hij goed binnen zijn gezin en krijgt hij hulp van meerdere instanties, waaronder maatschappelijk werk en de schuldsanering.
Ter terechtzitting van het hof van 15 februari 2011 is naar voren gekomen dat de advocaat-generaal contact heeft gehad met de contactpersoon van verdachte bij de Reclassering. Deze contactpersoon gaf aan zeer tevreden te zijn over de houding en het gedrag van verdachte in het kader van een nog lopend toezicht. Daarnaast gaf zij aan dat verdachte een COVA-training goed heeft afgewerkt en dat hij binnenkort een leefstijltraining zal gaan volgen.
Gelet op de ernst van de feiten, de impact daarvan op de slachtoffers, het ondervonden financiële nadeel en de aanzienlijke omvang van het uittreksel uit de Justitiële Documentatie, zou in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals opgelegd door de politierechter in eerste aanleg, op zijn plaats zijn. Het hof zal echter de positieve ontwikkelingen in de persoon van verdachte gecontinueerd willen zien en zal om die reden volstaan met de oplegging van een geheel voorwaardelijke straf in hoogte gelijk aan die in eerste aanleg onvoorwaardelijk is opgelegd.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Uit het onderzoek ter terechtzittingen van het hof is gebleken dat de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3] zich in het geding in eerste aanleg hebben gevoegd en dat de vorderingen geheel zijn toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vorderingen tot schadevergoeding van deze benadeelde partijen in het geding in hoger beroep voort.
Het hof acht de vorderingen van de benadeelde partijen tot de bedragen van respectievelijk € 50,--, € 475,-- en € 75,-- toewijsbaar, nu voldoende is komen vast te staan dat door het bewezen verklaarde feit aan de benadeelde partijen tot die bedragen schade is berokkend en dat de schade aan verdachte kan worden toegerekend.
Daarnaast zijn de vorderingen van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kunnen de vorderingen worden toegewezen tot voornoemde bedragen.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partijen gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Schadevergoedingsmaatregel
Aan verdachte zal daarnaast de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van de toegewezen bedragen ten behoeve van voornoemde slachtoffers.
Gelet op de beperkte draagkracht van verdachte bepaalt het hof met toepassing van artikel 36f juncto artikel 24c lid 3 van het Wetboek van Strafrecht dat voor elke schadevergoedingsmaatregel 1 dag vervangende hechtenis zal worden opgelegd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24c, 36f, 43a, 47, 57, 63 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van vijftig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vijftig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van één dag zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van vierhonderdvijfenzeventig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vierhonderdvijfenzeventig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van één dag zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van vijfenzeventig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van vijfenzeventig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van één dag zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. W.M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van K.J. Reinke als griffier, zijnde mr. K. Lahuis voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.