ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6251

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
1 maart 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000074-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep voor bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht

Op 1 maart 2011 heeft het Gerechtshof Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak van een verdachte die in hoger beroep was gekomen tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De politierechter had de verdachte veroordeeld voor een misdrijf, maar de verdachte heeft tijdig en op de juiste wijze hoger beroep aangetekend. Tijdens de zitting in hoger beroep is het hof tot de conclusie gekomen dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht het ten laste gelegde feit te hebben begaan. De tenlastelegging betrof bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, waarbij de verdachte de woorden had toegevoegd: 'ik weet je te vinden en/of ik sla je kop eraf als je de politie belt'. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal, die een geldboete van € 150,-- had geëist, niet gehonoreerd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd voor zover dit vatbaar was voor hoger beroep en heeft de verdachte vrijgesproken van het hem ten laste gelegde feit. De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de andere rechters aanwezig waren, en is ondertekend door de griffier.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000074-10
Parketnummer eerste aanleg: 19-606786-08
Arrest van 1 maart 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van
11 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1949] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
eveneens als woonplaats opgevende [woonplaats], [adres],
en [woonplaats], [adres]),
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.J. Pellinkhof, advocaat te Assen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis, voor zover vatbaar voor hoger beroep, wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake van het onder 1 ten laste gelegde tot een geldboete van € 150,--, subsidiair te vervangen door 3 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen, voor zover vatbaar voor hoger beroep, en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, voor zover in hoger beroep van belang, dat:
1.
hij op of omstreeks 07 november 2008 te [plaats] [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd: "ik weet je te vinden en/of ik sla je kop eraf als je de politie belt", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Vrijspraak
Het hof acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover voor hoger beroep vatbaar, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. G.M. Meijer-Campfens, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. W.M. van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van K.J. Reinke als griffier, zijnde mr. K. Lahuis voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.