ECLI:NL:GHLEE:2011:BP6056
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling minderjarige verdachte voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 25 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden. De minderjarige verdachte was eerder veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen, gepleegd tussen 19 juli 2009 en 19 december 2009. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één week met een proeftijd van twee jaren. De Tul-vordering werd toegewezen, maar de vordering van de benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard.
De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot jeugddetentie en had op de vordering van de benadeelde partij beslist. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een veroordeling tot jeugddetentie en de tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf. Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte strafbaar en legde een jeugddetentie van één week op, die voorwaardelijk werd opgelegd.
Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich in het verleden schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke feiten, maar dat hij zich na de bewezen verklaarde feiten niet meer aan dergelijke feiten heeft schuldig gemaakt. De verdachte lijkt zich positief te ontwikkelen en heeft een vaste baan.
De benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde voor de beschadiging van dakpannen en auto's, werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat de schade niet rechtstreeks was toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Het hof heeft de kosten van het geding voor de benadeelde partij op nihil vastgesteld. De tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde jeugddetentie werd gelast, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit.