ECLI:NL:GHLEE:2011:BP5346

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000929-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onttrekking van minderjarige kinderen aan wettig gezag en co-ouderschapsregeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1970, heeft zich schuldig gemaakt aan het onttrekken van haar twee minderjarige kinderen aan het wettig gezag. De feiten vonden plaats tussen 19 september 2008 en 3 november 2008, waarbij de verdachte de co-ouderschapsregeling, die door de rechtbank was vastgesteld, niet heeft nageleefd. Dit leidde ertoe dat de kinderen niet naar school werden gebracht en op een onbekend adres werden ondergebracht, waardoor de vader niet in staat was om zijn kinderen op te halen.

Tijdens de zitting werd duidelijk dat de verdachte en haar ex-partner inmiddels weer met elkaar communiceren en de co-ouderschapsregeling weer uitvoeren. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een voorwaardelijke werkstraf van 80 uren, maar het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat de verdachte niet had gehandeld onder psychische overmacht, zoals door haar raadsman was bepleit. De verdachte had bewust gekozen om haar kinderen niet af te geven, terwijl zij daartoe verplicht was op basis van de rechterlijke beslissing.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke werkstraf van 40 uren, met een proeftijd van twee jaren. Dit arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer en houdt rekening met het feit dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. De straf is bedoeld om de verdachte bewust te maken van de ernst van haar handelen en om herhaling in de toekomst te voorkomen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000929-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-885058-09
Arrest van 22 februari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 31 maart 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1970] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte, mr. J. Pieters, advocaat te Sneek.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en haar ter zake zal veroordelen tot een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 80 uren, met een proeftijd van 2 jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
zij in of omstreeks de periode van 19 september 2008 tot en met 3 november 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], althans in Nederland, opzettelijk (een) minderjarige,(n) te weten [kind 1] en/of [kind 2], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag of aan het opzicht van degene die dat gezag desbevoegd over die minderjarige uitoefende, immers heeft verdachte daar toen [kind 1] en/of [kind 2] (telkens) niet naar school gebracht en/of die [kind 1] en/of [kind 2] ondergebracht op een voor [vader] onbekend adres, zodat die [vader] die [kind 1] en/of die [kind 2] niet kon meenemen/ophalen en/of heeft verdachte zich (telkens) niet aan de vastgestelde co-ouderschapsregeling gehouden.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat de gedraging van verdachte (te weten het niet nakomen van een ruime omgangsregeling) niet valt aan te merken als een onttrekking aan het wettig gezag.
Aan de orde is de vraag of het niet afgeven van een kind door een met het wettig gezag beklede ouder aan de andere, eveneens met wettig gezag beklede ouder, in weerwil van een door de rechter opgelegde omgangsregeling (in casu een co-ouderschapsregeling), valt onder 'onttrekken' in de zin van artikel 279 van het Wetboek van Strafrecht.
Uit de jurisprudentie volgt dat degene die (mede) het gezag over het minderjarige kind uitoefent, dit kind kan onttrekken aan het wettelijk over hem of haar gestelde gezag door zich niet te houden aan de bij rechterlijke beslissing vastgestelde omgangsregeling (HR 15 februari 2005, NJ 2005,218). Daaraan doet de wijze waarop de omgangsregeling is ingevuld niet af.
Bewezenverklaring
Het hof acht ten aanzien van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat:
zij in de periode van 19 september 2008 tot en met 3 november 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk minderjarigen te weten [kind 1] en [kind 2], heeft onttrokken aan het wettig over die minderjarige gestelde gezag, immers heeft verdachte daar toen [kind 1] en/of [kind 2] (telkens) niet naar school gebracht en/of die [kind 1] en/of [kind 2] ondergebracht op een voor [vader] onbekend adres, zodat die [vader] die [kind 1] en die [kind 2] niet kon meenemen/ophalen en heeft verdachte zich (telkens) niet aan de vastgestelde co-ouderschapsregeling gehouden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
opzettelijk een minderjarige onttrekken aan het wettig over hem gesteld gezag, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte heeft gehandeld uit psychische overmacht. De uitvoering van de omgangsregeling verliep niet vlekkeloos, de financiële afspraken werden niet nagekomen en verdachte vreesde dat haar ex-man de kinderen zou meenemen naar Frankrijk, waar hij het merendeel van de tijd verbleef.
Het hof overweegt hiertoe het volgende.
Op grond van de feiten en omstandigheden zoals deze uit het dossier blijken en ter zitting van het hof naar voren zijn gekomen is niet aannemelijk geworden dat verdachte in de ten laste gelegde periode heeft gehandeld onder invloed van een zodanige psychische dwang, dat zij daaraan redelijkerwijs geen weerstand kon en behoefde te bieden. Verdachte heeft er bewust voor gekozen haar kinderen niet af te geven, terwijl zij daar op grond van de rechterlijke beslissing wel verplicht toe was. Verdachte had anders moeten en kunnen handelen dan zij heeft gedaan. Het hof verwerpt het beroep op psychische overmacht.
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan onttrekking van haar twee minderjarige kinderen aan het wettig gezag. Verdachte en haar ex-man zijn gescheiden en hebben sinds 23 april 2008 een door de rechtbank vastgestelde co-ouderschapsregeling over beide kinderen. Verdachte heeft die regeling in de periode van 19 september 2008 tot en met 3 november 2008 niet nageleefd. Daarmee heeft zij de kinderen bij hun vader weggehouden en de vader tijdelijk het recht ontnomen om in het leven van de kinderen een rol te kunnen spelen.
Ter zitting van het hof is gebleken dat verdachte en haar ex-man inmiddels weer met elkaar communiceren en er weer uitvoering is gegeven aan de co-ouderschapsregeling. Verdachte is dicht bij haar ex-man gaan wonen om aan deze regeling gezamenlijke uitvoering te kunnen geven.
Het hof heeft rekening gehouden met een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 december 2010. Daaruit is gebleken dat verdachte niet eerder wegens strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof is gelet op het voorgaande van oordeel dat kan worden volstaan met oplegging van een geheel voorwaardelijke taakstraf van na te melden duur. Deze straf heeft (mede) ten doel om verdachte ervan bewust te maken dat dergelijke eigenrichting niet getolereerd wordt en haar ervan te weerhouden zich in de toekomst opnieuw schuldig te maken aan (soortgelijke) strafbare feiten.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 279 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van twintig dagen zal worden toegepast;
beveelt dat de werkstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. I.N. Koers als griffier.