ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4616

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
15 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002796-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens openlijke geweldpleging en vernieling

In deze zaak heeft het gerechtshof te Leeuwarden op 15 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijke geweldpleging en vernieling, maar heeft in hoger beroep zijn vrijspraak behaald. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hem ten laste gelegde feiten. De tenlastelegging betrof geweldpleging in vereniging en vernieling van een woning en het interieur daarvan, gepleegd in de nacht van 31 december 2007 op 1 januari 2008. Tijdens de zitting in hoger beroep is het dossier en het verhandelde ter terechtzitting grondig onderzocht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Het hof heeft deze vordering gevolgd en het vonnis van de politierechter vernietigd. De benadeelde partijen, die zich in eerste aanleg hadden gevoegd, hebben zich in het hoger beroep niet opnieuw gevoegd, waardoor het hof niet op hun vorderingen tot schadevergoeding heeft beslist. De uitspraak van het hof is daarmee een belangrijke bevestiging van het principe dat een verdachte alleen kan worden veroordeeld op basis van overtuigend bewijs.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002796-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-651859-08
Arrest van 15 februari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 3 november 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1985] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft een beslissing genomen op de vordering van de beide benadeelde partijen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het primair en subsidiair ten laste gelegde.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 31december 2007 tot en met 1 januari 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], (telkens) met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [adres] en/of de [adres], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen goederen, te weten
- de woning gelegen aan de [adres] en/of
- het interieur in die woning
en welk geweld bestond uit
- het ingooien van de ramen van die woning en
- het intrappen van de voordeur van die woning
- het gooien met en/of vernielen van het interieur in die woning;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij, op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 31december 2007 tot en met 1 januari 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk
- de ramen en/of een deur van een woning gelegen aan de [adres] en/of
- het interieur van een woning gelegen aan de [adres] geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf] en/of [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Vrijspraak
Het hof heeft op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging bekomen dat verdachte heeft deelgenomen aan de aan hem primair ten laste gelegde openlijke geweldpleging en aan de hem subsidiair ten laste gelegde vernielingen. Het hof is derhalve, met de advocaat-generaal, van oordeel dat niet bewezen kan worden hetgeen primair en subsidiair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Benadeelde partijen
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partijen [bedrijf] en [benadeelde] zich in het geding in eerste aanleg hebben gevoegd, dat hun vorderingen in eerste aanleg niet zijn toegewezen en dat de beide benadeelde partijen zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw hebben gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep niet voort en zal het hof niet op die vorderingen beslissen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. J.F. Aalders, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Aalders voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.