ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4616
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens openlijke geweldpleging en vernieling
In deze zaak heeft het gerechtshof te Leeuwarden op 15 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijke geweldpleging en vernieling, maar heeft in hoger beroep zijn vrijspraak behaald. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de hem ten laste gelegde feiten. De tenlastelegging betrof geweldpleging in vereniging en vernieling van een woning en het interieur daarvan, gepleegd in de nacht van 31 december 2007 op 1 januari 2008. Tijdens de zitting in hoger beroep is het dossier en het verhandelde ter terechtzitting grondig onderzocht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten. Het hof heeft deze vordering gevolgd en het vonnis van de politierechter vernietigd. De benadeelde partijen, die zich in eerste aanleg hadden gevoegd, hebben zich in het hoger beroep niet opnieuw gevoegd, waardoor het hof niet op hun vorderingen tot schadevergoeding heeft beslist. De uitspraak van het hof is daarmee een belangrijke bevestiging van het principe dat een verdachte alleen kan worden veroordeeld op basis van overtuigend bewijs.