ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4609
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 15 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1980 en woonachtig te [woonplaats], was niet ter terechtzitting verschenen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. M.R.M. Schaap. De verdachte was eerder door de politierechter veroordeeld voor het opzettelijk aanwezig hebben van 1782 hennepplanten, waarvoor een werkstraf van 150 uur was opgelegd, subsidiair 75 dagen hechtenis. De verdachte had tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte vrijgesproken diende te worden, omdat niet bewezen kon worden dat hij opzettelijk de hennepplanten aanwezig had. Het hof heeft echter overwogen dat de verdachte op 11 maart 2009 in een garagebox aanwezig was waar hennep werd geteeld. Hij verklaarde dat hij schoonmaakwerkzaamheden verrichtte, maar was zich bewust van de hennepteelt. Het hof concludeerde dat de verdachte opzettelijk 1782 hennepplanten aanwezig had, wat bewezen kon worden door zijn handelingen en kennis van de situatie.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte werd schuldig bevonden aan het opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten, wat in strijd is met de Opiumwet. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en het feit dat de verdachte niet eerder was veroordeeld voor Opiumdelicten. De opgelegde straf van 150 uur werkstraf werd als passend beschouwd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht.