ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4470

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
14 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001165-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor bedreiging met zware mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 14 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1987, werd beschuldigd van bedreiging met zware mishandeling. De tenlastelegging betrof een incident op 27 april 2009, waarbij de verdachte met een opengeklapt mes dreigende bewegingen maakte richting het slachtoffer in de gemeente Leeuwarden. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete, maar de verdachte ging in hoger beroep.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het bewijs tegen de verdachte beoordeeld. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte opzettelijk dreigend met een mes heeft gehandeld, wat gevoelens van angst en onveiligheid bij het slachtoffer teweegbracht. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en oordeelde dat de verdachte strafbaar was, zonder dat er strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.

De strafmotivering van het hof was gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. Het hof legde een geldboete op van € 600,-, te betalen in zes maandelijkse termijnen van € 100,-. Daarnaast werd het in beslag genomen mes verbeurd verklaard, omdat het mes was gebruikt bij het bewezen verklaarde feit. Het hof heeft ook bepaald dat vervangende hechtenis voor de duur van twaalf dagen zal worden toegepast indien de geldboete niet tijdig wordt betaald. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, met mr. J.A. Wiarda als griffier.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001165-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-754639-09
Arrest van 14 februari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 10 mei 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1987] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een geldboete en heeft beslist omtrent het in beslag genomen mes, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf van 40 uren, subsidiair 20 dagen hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
verdachte op of omstreeks 27 april 2009, te [plaats], (althans) in de gemeente Leeuwarden,
[slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een opengeklapt mes op korte afstand van of voor voornoemde [slachtoffer] één of meer stekende en/of zwaaiende bewegingen gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
verdachte op 27 april 2009 te [plaats] [slachtoffer] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend met een opengeklapt mes op korte afstand voor voornoemde [slachtoffer] stekende en zwaaiende bewegingen gemaakt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
bedreiging met zware mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte werd op 27 april 2009 in [plaats] door een uitsmijter uit een café gezet en heeft daarna, uit frustratie, een mes van het merk 'Leatherman' opengeklapt en hiermee zwaaiende en stekende bewegingen gemaakt voor aangever. Door aldus te handelen heeft verdachte gevoelens van angst en onveiligheid teweeg gebracht bij aangever.
Het hof heeft gelet op het de verdachte betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie van 7 december 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder wegens strafbare feiten is veroordeeld. Deze veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden het bewezen verklaarde feit te begaan.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat een geldboete van € 600,-, een passende en noodzakelijke bestraffing is. Het hof zal bepalen dat de geldboete, gezien verdachtes financiële draagkracht, in zes maandelijkse termijnen van € 100,- mag worden voldaan.
Verbeurdverklaring
Het hof zal het in beslag genomen mes verbeurd verklaren, nu het bewezen verklaarde feit met behulp van dit mes is begaan en uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat dit mes aan verdachte toebehoort.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24a, 24c, 33, 33a en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van zeshonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twaalf dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat de geldboete mag worden voldaan in zes opeenvolgende éénmaandelijkse termijnen elk groot honderd euro;
verklaart verbeurd:
- een mes.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J.A. Wiarda, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier, zijnde mr. J.A. Wiarda buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.