ECLI:NL:GHLEE:2011:BP3642

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
8 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002227-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met gevangenisstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 8 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1984 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor mishandeling. De politierechter had hem een gevangenisstraf van drie weken opgelegd voor het opzettelijk mishandelen van een persoon, waarbij de verdachte op 10 juli 2009 in de gemeente [gemeente] het slachtoffer [slachtoffer] tegen het hoofd had geslagen, wat pijn en letsel veroorzaakte.

De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend. Tijdens de zittingen in hoger beroep is het bewijs van de mishandeling besproken, evenals de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd. De advocaat-generaal heeft opnieuw een gevangenisstraf van drie weken gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de mishandeling wettig en overtuigend bewezen en oordeelde dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren.

Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsdelicten. Het hof concludeerde dat de opgelegde gevangenisstraf van drie weken passend en noodzakelijk was. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, en het hof sprak hem vrij van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002227-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-820282-09
Arrest van 8 februari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 4 september 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1984] te [geboorteplaats],
ingeschreven te [woonplaats], [adres],
volgens eigen opgave ter zitting zonder vaste woon- of verblijfplaats,
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 10 juli 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 10 juli 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente] opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 10 juli 2009 onder invloed van alcoholhoudende drank aangeefster [slachtoffer] tegen het hoofd geslagen. [slachtoffer] heeft als gevolg daarvan pijn ondervonden. Door het plegen van dit feit is de lichamelijke integriteit van aangeefster geschonden.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 29 november 2010 - meermalen is veroordeeld ter zake van agressie- en geweldsdelicten. Het hof zal deze omstandigheid als strafverzwarend laten meewegen.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat de - in eerste aanleg opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde - gevangenisstraf van drie weken een passende en noodzakelijke bestraffing is.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 63 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van drie weken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. W.M. van Schuijlenburg en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier.