ECLI:NL:GHLEE:2011:BP3455
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van overtreding van artikel 197 Wetboek van Strafrecht en winkel-diefstal
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 februari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1972 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld voor overtredingen van de Wet op de Identificatieplicht en artikel 197 van het Wetboek van Strafrecht. De politierechter had hem een straf opgelegd en beslissingen genomen over in beslag genomen voorwerpen en een voorwaardelijke veroordeling. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken van het eerste ten laste gelegde feit en voor het tweede feit een gevangenisstraf van een week zou opleggen, evenals de verbeurdverklaring van een paar in beslag genomen schoenen. Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlasteleggingen.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 augustus 2008 was aangehouden en dat er geen bewijs was dat hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij tot ongewenst vreemdeling was verklaard. Dit leidde tot vrijspraak van het eerste feit. Voor het tweede feit, de winkel-diefstal, was er eveneens onvoldoende bewijs, aangezien de schoenen niet als gestolen konden worden aangemerkt. Het hof heeft de teruggave van de in beslag genomen schoenen gelast, omdat het belang van de strafvordering zich daartegen niet verzette. De vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf is afgewezen, omdat de verdachte van de nieuwe feiten werd vrijgesproken.