ECLI:NL:GHLEE:2011:BP2520

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
27 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001770-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens rijden met ongeldig rijbewijs

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1978, was eerder veroordeeld voor het rijden in een auto terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De politierechter had hem hiervoor een straf opgelegd, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een werkstraf van 31 uren en een geldboete van € 380,00.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte op 11 december 2008 in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig heeft gereden, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De verdachte had zich niets aangetrokken van de maatregel van ongeldigverklaring. Het hof heeft de straf bepaald op basis van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoonlijke situatie van de verdachte. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat de verdachte sinds mei 2010 in behandeling is bij een verslavingskliniek.

Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een werkstraf van 28 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 14 dagen zal worden opgelegd. Het hof heeft de beslissing gemotiveerd door te stellen dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het behandeltraject van de verdachte zou doorkruisen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, met mr. H.J. Deuring als voorzitter.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001770-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-753343-09
Arrest van 27 januari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 12 mei 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1978] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.P. Eckert, advocaat te Groningen.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake het hem ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 31 uren, alsmede tot een geldboete van € 380,00.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 december 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 11 december 2008, te [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de [straat], als bestuurder een motorrijtuig, personenauto, van die categorie heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van artikel 9, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 11 december 2008 schuldig gemaakt aan het rijden in een auto, terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Hij heeft zich destijds niets aangetrokken van de jegens hem genomen maatregel van ongeldigverklaring.
De landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting ter zake van het onderhavige strafbare delict impliceren de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Het hof heeft acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit het justitiële documentatieregister d.d. 13 januari 2011 waaruit ten nadele van de verdachte blijkt dat hij eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
Bij de strafoplegging houdt het hof rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals deze door hem en door zijn raadsman ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht. Hieruit blijkt dat verdachte sinds mei 2010 met zijn gezin - op vrijwillige basis - behandeling ondergaat in verslavingskliniek De Lage Kamp te Eelde. Door verdachte en zijn raadsman is in het kader van de strafoplegging aangevoerd dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf het ingezette behandeltraject zal doorkruisen.
Het hof is met de raadsman en de verdachte van oordeel dat het niet wenselijk is om het ingezette behandeltraject bij De Lage Kamp door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf te doorkruisen en zal - in aansluiting op de eis van de officier van justitie in eerste aanleg - daarom in plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twee weken, een werkstraf voor de duur van achtentwintig uren opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van achtentwintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. H.K. Elzinga, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier.
Mr. Elzinga is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.