ECLI:NL:GHLEE:2011:BP2270
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor schuldheling van gestolen goederen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 januari 2011 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, geboren in 1946 en thans verblijvende in een Huis van Bewaring, was eerder veroordeeld voor een misdrijf en heeft in deze zaak hoger beroep aangetekend tegen zijn veroordeling voor schuldheling. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een straf, zoals in het vonnis was omschreven. De advocaat-generaal vorderde dat het hof de verdachte zou vrijspreken van het primair ten laste gelegde en hem zou veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een maand voor het subsidiair ten laste gelegde.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 7 juni 2009 tot en met 10 juli 2009 een boot met buitenboordmotor en een trailer heeft verworven, terwijl hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze goederen van diefstal afkomstig waren. De verdachte had de boot en trailer gekocht van een bekende die vanuit detentie contact met hem had opgenomen. De goederen werden geleverd door twee onbekende jongens bij een tankstation, en de verdachte ontving geen aankoopbewijs of andere documentatie. Het hof oordeelde dat de verdachte verwijtbaar tekort was geschoten in de zorgvuldigheid die verwacht mag worden bij de aankoop van dergelijke goederen.
Het hof heeft de verdachte uiteindelijk schuldig bevonden aan schuldheling en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand. De strafmotivering hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van het primair ten laste gelegde, maar verklaarde het subsidiair ten laste gelegde bewezen en strafbaar.