ECLI:NL:GHLEE:2011:BP1954

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
25 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000938-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • S. Zwerwer
  • G.M. Meijer-Campfens
  • W.F. van Zant
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling in uitgaansgelegenheid

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor mishandeling. De verdachte is op 15 februari 2009 in een uitgaansgelegenheid in [plaats] betrokken geweest bij een incident waarbij hij [slachtoffer] met een vuist tegen het gezicht heeft geslagen. Dit heeft geleid tot letsel en pijn bij het slachtoffer. De politierechter in de rechtbank Leeuwarden had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van 500 euro, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend, maar is niet verschenen op de zitting van het hof.

Het hof heeft verstek verleend en de zaak op basis van de beschikbare informatie beoordeeld. De advocaat-generaal heeft de geldboete van 500 euro opnieuw gevorderd. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk heeft gehandeld en dat de mishandeling wettig en overtuigend bewezen is. De verdachte is strafbaar geacht, en er zijn geen strafuitsluitingsgronden aanwezig.

Bij de strafmotivering heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft de geldboete van 500 euro opgelegd, met de bepaling dat vervangende hechtenis voor 10 dagen zal worden toegepast indien de betaling niet plaatsvindt. Het arrest is gewezen door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof te Leeuwarden op 25 januari 2011.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000938-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-018354-09
Arrest van 25 januari 2011 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 17 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1989] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Het hof heeft verstek verleend tegen de niet verschenen verdachte.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake het hem ten laste gelegde zal veroordelen tot een geldboete van 500 euro, subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 15 februari 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), meermalen, althans eenmaal, (met kracht) met een (tot een vuist gebalde) hand in of tegen diens gezicht, althans tegen het hoofd, heeft geslagen of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 15 februari 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], met kracht met een tot een vuist gebalde hand tegen diens gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 15 februari 2009 [slachtoffer], in een uitgaansgelegenheid mishandeld door hem in diens gezicht te slaan. Als gevolg van dit handelen heeft [slachtoffer] letsel bekomen aan zijn gezicht en pijn ondervonden. Door het plegen van dit feit is de lichamelijk integriteit van die [slachtoffer] geschonden.
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 26 november 2010 blijkt, dat verdachte in het verleden ter zake van - andersoortige - strafbare feiten is veroordeeld.
Op grond van het vorenstaande acht het hof de door de advocaat-generaal gevorderde geldboete, die ook door de politierechter is opgelegd, passend en geboden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 23, 24, 24c en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP bij verstek:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een geldboete van vijfhonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van tien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. G.M. Meijer-Campfens en mr. W.F. van Zant, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mr. Van Zant voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.