ECLI:NL:GHLEE:2010:BQ4369
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Dijkstra
- M. Beswerda
- A. Sekeris
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bruikleenovereenkomst en verkeersboete
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Maastricht van 3 juni 2010. De zaak betreft een administratieve sanctie van € 150,- opgelegd aan de betrokkene, die als kentekenhouder werd aangemerkt voor het niet stoppen voor een rood verkeerslicht op 12 augustus 2009. De betrokkene had een beroep gedaan op artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), waarin wordt gesteld dat een huurovereenkomst kan dienen als disculpatiemiddel voor de kentekenhouder. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, maar de officier van justitie ging in hoger beroep tegen deze beslissing.
Het hof heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de door de betrokkene overgelegde bruikleenovereenkomst niet kan worden aangemerkt als een huurovereenkomst in de zin van artikel 8, aanhef en onder b, WAHV. De betrokkene had een document overgelegd dat een bruikleenovereenkomst betrof, maar het hof oordeelde dat deze overeenkomst niet voldeed aan de vereisten van een bedrijfsmatig aangegane huurovereenkomst. De kantonrechter had ten onrechte geoordeeld dat er sprake was van een huurovereenkomst.
Het hof vernietigde de beslissing van de kantonrechter en verklaarde het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van de juiste kwalificatie van overeenkomsten in het bestuursrecht en de noodzaak om aan de wettelijke vereisten te voldoen om in aanmerking te komen voor disculpatie.