ECLI:NL:GHLEE:2010:BO9278

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002495-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • P.J.M. van den Bergh
  • S. Zwerwer
  • P. Greve
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens openlijk geweld na voetbalwedstrijd

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor openlijk geweld na een voetbalwedstrijd tussen Cambuur en ADO Den Haag, waarbij stenen werden gegooid naar bussen met ADO-supporters. De advocaat-generaal had in hoger beroep een werkstraf van 200 uur geëist, maar het hof heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen overtuiging bestond dat de verdachte betrokken was bij het geweld dat na de wedstrijd plaatsvond. Er waren geen aanwijzingen dat de acties op de verschillende locaties met elkaar verband hielden, en het hof heeft geconcludeerd dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden. Hierdoor heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de hem ten laste gelegde feiten. Tevens heeft het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat er aan de verdachte geen straf of maatregel werd opgelegd. De kosten van het geding zijn op nihil begroot.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002495-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-754509-08
Arrest van 17 december 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 29 september 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1982] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.J. van Rooij, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij en een maatregel opgelegd, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis, waarvan 100 uur, subsidiair 50 dagen hechtenis, voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat het hof de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Vrijspraak
Op 4 april 2008 is na afloop van de wedstrijd Cambuur-ADO Den Haag geweld gepleegd tegen bussen voor het vervoer van ADO-supporters. Dit is gebeurd ten noorden van het Cambuur stadion, toen de bussen in een soort sluis geparkeerd stonden (plaats 1) en na vertrek van de bussen, op de Coopmanstraat (plaats 2).
Tussen deze twee incidenten is meer dan vijftien minuten verstreken. Er zijn geen aanwijzingen voor verband tussen de actie op plaats 1 en plaats 2.
Het hof begrijpt uit het dossier en hetgeen de advocaat-generaal ter zitting heeft verklaard dat de tenlastelegging zich beperkt tot het moment dat er na afloop van de wedstrijd Cambuur Leeuwarden -ADO Den Haag op de Coopmansstraat, ter hoogte van de Aletta Jacobsstraat, stenen werden gegooid tegen de bussen van de ADO supporters. Het hof heeft op basis van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting niet de overtuiging bekomen dat verdachte deel heeft genomen aan het op die plaats op dat moment gepleegde openlijk geweld.
Het hof acht derhalve niet bewezen hetgeen aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
Nu aan de verdachte geen straf of maatregel wordt opgelegd, dient de benadeelde partij, gelet op het bepaalde in artikel 361, tweede lid, aanhef en onder a, van het Wetboek van Strafvordering, in haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard, met veroordeling van de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Geheel ten overvloede overweegt het hof dat uit het dossier blijkt dat de benadeelde partij, een steward van ADO, bij de uitgang van het stadion door een hard voorwerp getroffen is. Dit gebeurde nog voor het vertrek van de bussen. Het dossier bevat geen aanwijzing voor een relatie tussen enige geweldshandeling van de verdachte op plaats 1 en hetgeen de benadeelde partij is overkomen.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten van het geding door de verdachte gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter, mr. S. Zwerwer en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier. Mrs. Zwerwer en Greve zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.