ECLI:NL:GHLEE:2010:BO9222

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002389-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor mishandeling met voorwaardelijke gevangenisstraf en geldboete

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling, waarbij hij op 11 mei 2008 in [plaats] een persoon, [slachtoffer], tegen het hoofd had geslagen, wat leidde tot letsel en pijn. De politierechter had een straf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken, met een proeftijd van twee jaren, en een geldboete van 200 euro, subsidiair vier dagen vervangende hechtenis. Bij de straftoemeting heeft het hof rekening gehouden met de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft ook gelet op het feit dat de verdachte eerder was veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.

De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof de verdachte zou veroordelen tot een geldboete en een voorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en geoordeeld dat de opgelegde straffen passend en noodzakelijk zijn om de verdachte te weerhouden van het plegen van soortgelijke delicten in de toekomst. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een beperkte overschrijding van de redelijke termijn, maar heeft deze schending voldoende gecompenseerd.

Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan mishandeling en heeft niet bewezen geacht wat aan de verdachte verder was ten laste gelegd. De uitspraak van het hof is gedaan in aanwezigheid van de griffier, en de rechters hebben het arrest ondertekend, met uitzondering van twee rechters die buiten staat waren om te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002389-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-820320-08
Arrest van 29 december 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 15 september 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.O. Roosjen, advocaat te Drachten.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem ten laste gelegde tot een geldboete van 200 euro, subsidiair vier dagen vervangende hechtenis en een gevangenisstraf voor de duur van vier weken, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 11 mei 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 11 mei 2008 te [plaats], in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], tegen het hoofd heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Mishandeling.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van [slachtoffer]. Door zo te handelen heeft verdachte pijn bij [slachtoffer] veroorzaakt en haar lichamelijke integriteit aangetast.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 11 november 2010 - eerder is veroordeeld ter zake van (soortgelijke) strafbare feiten.
Het hof heeft acht geslagen op het gegeven dat er sprake is van een beperkte overschrijding van de redelijke termijn (met drie maanden) als bedoeld in artikel 6, eerste lid van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Deze schending acht het hof voldoende gecompenseerd met deze vaststelling.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde geldboete ter hoogte van 200 euro in combinatie met een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier weken een passende en noodzakelijke bestraffing is. De voorwaardelijke gevangenisstraf heeft mede als doel om verdachte ervan te weerhouden nogmaals (soortgelijke) delicten te plegen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24, 24c, 63 en
300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vier weken;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
een geldboete van tweehonderd euro;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mrs. Hielkema en Van Veen voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.