ECLI:NL:GHLEE:2010:BO9221

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003128-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor overtreding van de Wegenverkeerswet 1994

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1983 en thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, was eerder veroordeeld voor het overtreden van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994. De politierechter had hem een gevangenisstraf van twee weken opgelegd, gezien zijn justitiële verleden. De verdachte heeft tijdig hoger beroep aangetekend.

Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof het onderzoek herhaald, waarbij zowel de eerdere veroordeling als de omstandigheden van de zaak zijn meegewogen. De advocaat-generaal heeft opnieuw gevangenisstraf van twee weken gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 3 april 2008 een motorrijtuig heeft bestuurd, terwijl hem dat bij rechterlijke uitspraak was ontzegd. Dit feit is bewezen verklaard, ondanks het verweer van de raadsman die pleitte voor een werkstraf.

Het hof heeft de ernst van het feit en de recidive van de verdachte in aanmerking genomen. De verdachte had eerder al meerdere straffen opgelegd gekregen, waaronder werkstraffen en gevangenisstraffen, maar dit had hem er niet van weerhouden opnieuw de wet te overtreden. Het hof heeft daarom besloten het vonnis van de politierechter te vernietigen en de verdachte opnieuw te veroordelen tot een gevangenisstraf van twee weken, waarbij het hof de strafmotivering baseerde op de aard van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003128-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-820328-08
Arrest van 29 december 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 15 december 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1983] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans uit anderen hoofde verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A. de Haan, advocaat te Heerenveen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen ter zake het hem ten laste gelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 3 april 2008, te of bij [plaats], (in elk geval) in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak of strafbeschikking de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat] een motorrijtuig, (personenauto), heeft bestuurd.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat:
hij op 3 april 2008, te [plaats], terwijl hij redelijkerwijs moest weten dat hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen was ontzegd, gedurende de tijd dat hem die bevoegdheid was ontzegd, op de weg, de [straat] een motorrijtuig, personenauto, heeft bestuurd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
Overtreding van artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van de Wegenverkeerswet 1994 door op 3 april 2008 een personenauto te besturen, terwijl hem bij rechterlijke uitspraak de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen was ontzegd. Door zijn handelen heeft verdachte een aan hem door de rechter opgelegd verbod genegeerd.
Uit het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van
11 november 2010 is gebleken dat verdachte veelvuldig (onherroepelijk) ter zake van strafbare feiten is veroordeeld, zowel vóór als na het begaan van het onderhavige misdrijf op 3 april 2008. Hem zijn onder meer werkstraffen en gevangenisstraffen opgelegd. De voor 3 april 2008 opgelegde straffen hebben verdachte er niet van weerhouden het hiervoor bewezen verklaarde feit te plegen.
Hoewel de raadsman heeft gepleit voor een werkstraf in plaats van een gevangenisstraf, is het hof, gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde feit in samenhang bezien met de recidive van verdachte, van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde en in eerste aanleg opgelegde vrijheidsstraf de enige juiste en ook noodzakelijke bestraffing is.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van twee weken.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. P. Koolschijn en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M.J. Schulte als griffier, zijnde mrs. Hielkema en Van Veen voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.