ECLI:NL:GHLEE:2010:BO9077
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.J.M. van den Bergh
- P.W.J. Sekeris
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor openlijk en in vereniging geweld plegen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor openlijk en in vereniging geweld plegen tegen personen. De verdachte, geboren in 1989, werd op 24 april 2009 in de gemeente [gemeente] beschuldigd van het slaan en stompen van een onbekend gebleven persoon op de openbare weg. De politierechter in de rechtbank Groningen had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, maar de verdachte ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep verklaarde de raadsman van de verdachte dat hij gemachtigd was om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal vorderde dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen tot een werkstraf van 30 uren, met een proeftijd van 2 jaren.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte bewezen dat de verdachte openlijk in vereniging geweld had gepleegd. De verdachte had zich binnen vier maanden tweemaal schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging, wat gevoelens van angst en onveiligheid bij het uitgaanspubliek teweegbracht. Ondanks de ernst van de feiten, hield het hof rekening met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn MCDD-stoornis en zijn coöperatieve houding tijdens het proces. Het hof besloot om de verdachte een geheel voorwaardelijke werkstraf van 30 uren op te leggen, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht.
De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke werkstraf werd afgewezen. Het hof oordeelde dat de verdachte niet opnieuw strafbare feiten had gepleegd na het onderhavige feit en dat de tenuitvoerlegging van de werkstraf een groot risico op mislukking met zich meebracht. De uitspraak werd gedaan op 23 december 2010 door het gerechtshof te Leeuwarden, waarbij de betrokken rechters de zaak beoordeelden en de beslissing op basis van de feiten en omstandigheden van de verdachte namen.