ECLI:NL:GHLEE:2010:BO9073
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.W.J. Sekeris
- P.J.M. van den Bergh
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De veroordeelde, geboren in 1955, was eerder veroordeeld voor hennepteelt en had wederrechtelijk verkregen voordeel uit deze activiteiten. De politierechter had het voordeel geschat op € 16.587,20 en de veroordeelde verplicht om dit bedrag aan de Staat te betalen. De veroordeelde ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en het wederrechtelijk verkregen voordeel opnieuw zou vaststellen op hetzelfde bedrag van € 16.587,20. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verklaring van de veroordeelde, die stelde dat hij gemiddeld € 700 netto per maand verdiende uit de kwekerij, als aannemelijk beschouwd. Dit leidde tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 8.400 moest worden vastgesteld.
Het hof heeft de veroordeelde de verplichting opgelegd om dit bedrag van € 8.400 aan de Staat te betalen ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren. De uitspraak is geregistreerd onder parketnummer 24-000576-10 en is openbaar gemaakt op 5 april 2013.