ECLI:NL:GHLEE:2010:BO9063
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- H.J. Deuring
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot doodslag en veroordeling voor poging tot zware mishandeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 28 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor poging tot doodslag en openlijke geweldpleging, maar is in hoger beroep vrijgesproken van poging tot doodslag. Het hof oordeelde dat de door de verdachte gegeven schop in het gezicht van het slachtoffer niet had kunnen leiden tot diens dood, en dat er onvoldoende bewijs was voor de openlijke geweldpleging. De verdachte werd echter wel veroordeeld voor poging tot zware mishandeling, waarvoor een werkstraf van 80 uur werd opgelegd, met een voorwaardelijk deel van 40 uur vervangende jeugddetentie. De rechtbank had eerder een zwaardere straf geëist, maar het hof oordeelde dat de vrijspraken in de strafmaat moesten worden weerspiegeld.
De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 16 juni 2009, waarbij de verdachte een 13-jarige jongen tijdens een kermis in [plaats] een schop in het gezicht gaf. Het hof concludeerde dat de verdachte met zijn handeling de lichamelijke integriteit van het slachtoffer had geschonden, maar dat er geen sprake was van opzet om het leven van het slachtoffer te beroven. De verdachte had geen eerdere veroordelingen, maar er waren wel zorgen over zijn ontwikkeling en gedrag. Het hof hield rekening met de omstandigheden waaronder het feit was gepleegd en de persoonlijke situatie van de verdachte bij het bepalen van de straf.
De uitspraak van het hof is een voorbeeld van hoe de rechterlijke macht omgaat met geweldsdelicten, waarbij zowel de ernst van de daad als de persoonlijke omstandigheden van de dader in overweging worden genomen. Het hof heeft de artikelen van het Wetboek van Strafrecht toegepast die relevant zijn voor de bewezenverklaring van de poging tot zware mishandeling.