ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8435

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
22 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001965-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gekwalificeerde diefstal door meerdere personen met overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 december 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte werd beschuldigd van gekwalificeerde diefstal, meermalen gepleegd, en is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 85 dagen, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn voor berechting in hoger beroep, die met ongeveer 5 maanden was overschreden. De verdachte was eerder vrijgesproken van een ander feit, maar het hof oordeelde dat het hoger beroep tegen die vrijspraak niet ontvankelijk was. De tenlastelegging betrof diefstal in vereniging, waarbij de verdachte samen met anderen op 24 maart 2008 in twee bedrijfspanden inbrak en diverse goederen, waaronder een laptop en computerapparatuur, heeft weggenomen. Het hof achtte de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstallen wettig en overtuigend bewezen, ondanks een verklaring van een medeverdachte die stelde dat de verdachte niet betrokken was. De strafmotivering van het hof was gebaseerd op de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke delicten. Het hof heeft de gevangenisstraf vastgesteld op 90 dagen, maar heeft 5 dagen in mindering gebracht vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. Het arrest concludeert met de veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf van 85 dagen, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001965-08
Parketnummer eerste aanleg: 17-880166-08
Arrest van 22 december 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van
22 juli 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1988] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres] 2,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. E. El Assrouti, advocaat te Amsterdam.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit en op de vordering van de benadeelde partij beslist en heeft verdachte wegens de onder 1 ten laste gelegde feiten veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Voor zover het hoger beroep is gericht tegen de vrijspraak ter zake van het onder 2 ten laste gelegde, kan verdachte daarin niet worden ontvangen.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder 1 ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis, voor zover aan hoger beroep onderworpen, vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is, voor zover in hoger beroep van belang, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 24 maart 2008 te [plaats], (in elk geval) in de gemeente [gemeente], meermalen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit twee (bedrijfs)panden (gelegen aan of bij de [straat] aldaar), heeft weggenomen (respectievelijk) een laptop en/of een digitale fotocamera (en/of bijbehorend statief) en/of computerapparatuur, te weten zes computerkasten en/of twee beeldschermen (merk Dell), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan (respectievelijk) [bedrijf 1] en/of [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) telkens zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Bewijsoverweging
In het dossier bevindt zich een op 10 april 2008 bij de politie afgelegde verklaring van [medeverdachte 1], die inhoudt dat hij de ten laste gelegde inbraken op 24 maart 2008 tezamen met [medeverdachte 2] en verdachte [verdachte] heeft gepleegd. De rechtbank is mede op grond van deze verklaring tot een bewezenverklaring van het verdachte onder 1 ten laste gelegde feit gekomen.
[medeverdachte 1] heeft als getuige ter terechtzitting van het hof verklaard dat de door hem op 10 april 2008 afgelegde verklaring onjuist is, in die zin dat de betreffende inbraken met 4 personen zijn gepleegd en dat verdachte daar niet bij betrokken was. Dat hij destijds een valse verklaring heeft afgelegd, komt doordat hij door de politie onder druk is gezet, aldus [medeverdachte 1].
Naar het oordeel van het hof heeft [medeverdachte 1] op geen enkele manier aannemelijk gemaakt dat hij door de politie onder druk is gezet en dat hij daardoor een onjuiste verklaring zou hebben afgelegd. De door hem op 10 april 2008 afgelegde verklaring leidt, tezamen met de overige bewijsmiddelen, tot het oordeel dat verdachte bij deze diefstallen betrokken is geweest.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 24 maart 2008 te [plaats], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in twee bedrijfspanden gelegen aan de [straat] aldaar, heeft weggenomen respectievelijk een laptop en een digitale fotocamera en bijbehorend statief en computerapparatuur, te weten computerkasten en een beeldscherm merk Dell, toebehorende aan respectievelijk [bedrijf 1] en [bedrijf 2], waarbij verdachte en zijn mededaders telkens zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 24 maart 2008 tweemaal schuldig gemaakt aan gekwalificeerde diefstal, door tezamen met anderen in twee bedrijfspanden in te breken en daar een laptop, een fotocamera met statief en computerapparatuur weg te nemen. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op de eigendomsrechten van de betreffende bedrijven.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister d.d. 7 december 2010, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden meermalen ter zake van soortgelijke delicten is veroordeeld. Hem is in dat kader onder meer gevangenisstraf opgelegd, wat hem er kennelijk niet van weerhouden heeft opnieuw strafbare feiten te plegen.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen passend en geboden. Nu de berechting in hoger beroep echter niet heeft plaatsgevonden binnen 2 jaar - er is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn met ongeveer 5 maanden - zal het hof op voormelde gevangenisstraf 5 dagen in mindering brengen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 57, 63, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
verklaart de verdachte niet ontvankelijk in zijn hoger beroep, voor zover dit is gericht tegen de vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde;
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, voor zover aan hoger beroep onderworpen, en in zoverre opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijfentachtig dagen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J. Hielkema, voorzitter, mr. G. Dam en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman als griffier.