Parketnummer: 24-002954-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-885038-09 (gevoegd met 17-754665-09 en
17-754769-09)
Arrest van 10 december 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 3 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1963] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende te [verblijfplaats],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. T. Akkerman, advocaat te Joure.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 80 uren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 1 januari 2009, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], [slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik maak je dood, ik ga bezine over je heen gooien en steek je in brand en/of ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 1 januari 2009, te [plaats 2], in de gemeente [gemeente 2], opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten surveillant van politie [verbalisant], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, die [verbalisant] in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Ik vind je een onderkruipsel, een naar mannetje en een stuk stront", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 9 april 2009, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], opzettelijk beledigend
[slachtoffer 3], in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Jij smerige kinderverkrachter, je vrouw heeft 12 kinderen in de steek gelaten", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
5.
hij op of omstreeks 4 juni 2009, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], [slachtoffer 4] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik vergeet je kop niet en als ik je buiten tegen kom dan schop ik je verrot en/of het interesseert me niet of ik, als ik jou neersteek, weer drie jaar de bak in moet", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 1 januari 2009, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik maak je dood of ik maak jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op 1 januari 2009, te [plaats 2], in de gemeente [gemeente 2], opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten surveillant van politie [verbalisant], gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Ik vind je een onderkruipsel, een naar mannetje en een stuk stront";
4.
hij op 9 april 2009, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], opzettelijk beledigend [slachtoffer 3], in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Jij smerige kinderverkrachter";
5.
hij op 4 juni 2009, te [plaats 1], in de gemeente [gemeente 1], [slachtoffer 4] heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] dreigend de woorden toegevoegd: "Ik vergeet je kop niet en als ik je buiten tegen kom dan schop ik je verrot".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht
onder 2: eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening
onder 4: eenvoudige belediging
onder 5: bedreiging met zware mishandeling
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan bedreiging met ernstige misdrijven gericht tegen respectievelijk [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4]. De geuite bedreigingen hebben bij hen gevoelens van angst en onveiligheid teweeg gebracht.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan belediging van respectievelijk politieagent [verbalisant] en [slachtoffer 3]. Verdachte heeft door zijn optreden blijk gegeven van een gebrek aan respect jegens de betreffende politiefunctionaris. Daarnaast heeft verdachte de eer en goede naam van [slachtoffer 3] aangetast.
Het hof heeft bij het bepalen van de straf rekening gehouden met het de verdachte betreffende uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 1 september 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten.
Met instemming van de verdachte houdt het hof bij de strafoplegging voorts rekening met het op de dagvaarding vermelde ad informandum gevoegde strafbare feit met het parketnummer 885038-09. Dit feit is hiermee afgedaan.
Het hof heeft daarnaast in aanmerking genomen de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze door hem ter terechtzitting van het hof naar voren zijn gebracht. Zo is door verdachte aangevoerd dat hij zijn leven inmiddels op orde heeft gebracht. Hij heeft uit eigen beweging hulp gezocht bij de verslavingszorg en gebruikt thans geen drugs meer. Hij heeft verder hulp gezocht en gekregen bij Stichting de Herberg te Sneek en andere instanties, zoals de Sociale Dienst en de Gemeenschappelijke Kredietbank Friesland, die hem begeleiden bij het wonen en het op orde krijgen van zijn financiële situatie.
Blijkens een brief van Stichting de Herberg d.d. 25 november 2010 is er bij het eventueel opleggen van een gevangenisstraf geen mogelijkheid om de kamer van verdachte in de Herberg te reserveren. Verdachte zal in dat geval zijn onderdak kwijtraken.
Gelet op de bovenvermelde persoonlijke omstandigheden zal het hof in de onderhavige zaak afzien van oplegging van een gevangenisstraf. Het hof acht - conform de vordering van de advocaat-generaal - een werkstraf van hierna te noemen duur passend en geboden, zodat de positieve wending in het leven van verdachte niet te zeer wordt doorkruist.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 22c, 22d, 57, 63, 266, 267 en 285 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2, 4 en 5 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tachtig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van veertig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. G.M. Meijer-Campfens, in tegenwoordigheid van K.J. Reinke als griffier.