ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7470
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.J. van Dijk
- W. Foppen
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Oordeel over ontvankelijkheid openbaar ministerie en terugverwijzing naar rechtbank na overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen van 30 mei 2008. De rechtbank had het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens was overschreden. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze overschrijding, gezien het arrest van de Hoge Raad van 16 juni 2008, niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, ook niet in uitzonderlijke gevallen.
Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Groningen om opnieuw recht te doen op basis van de bestaande inleidende dagvaarding. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de zaak zou terugverwijzen. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis van de rechtbank vernietigd.
De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder valsheid in geschrifte en het gebruik van vervalste documenten. De verdachte was beschuldigd van het opmaken en gebruiken van valse formulieren van de Kamer van Koophandel en andere geschriften, met als doel deze als echt en onvervalst te gebruiken. Het hof heeft vastgesteld dat de verdediging niet kon aantonen dat de overschrijding van de redelijke termijn zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie. De zaak zal nu opnieuw door de rechtbank worden behandeld, waarbij het hof heeft benadrukt dat het aan de rechter is om de waarde van eventuele getuigenverklaringen te beoordelen, ongeacht het tijdsverloop.
De uitspraak van het hof is een belangrijke bevestiging van de regels omtrent de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en de behandeling van strafzaken, waarbij de rechten van de verdachte en de eisen van een eerlijk proces in acht moeten worden genomen.