ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7451
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.J. van Dijk
- W. Foppen
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Oordeel over ontvankelijkheid openbaar ministerie en terugverwijzing naar rechtbank na overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen van 30 mei 2008. De rechtbank had het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden. Het hof heeft echter geoordeeld dat, in lijn met het arrest van de Hoge Raad van 16 juni 2008, deze overschrijding niet automatisch leidt tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, zelfs niet in uitzonderlijke gevallen.
Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Groningen om opnieuw recht te doen op basis van de bestaande inleidende dagvaarding. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de zaak zou terugverwijzen. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis van de rechtbank vernietigd.
De verdachte was bij de zitting aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. M.H. Heeg. Het hof heeft in zijn overwegingen ook aandacht besteed aan de mogelijkheid van een eerlijk proces, waarbij de verdediging had aangevoerd dat het tijdsverloop de getuigenverklaringen zou kunnen beïnvloeden. Het hof heeft echter geoordeeld dat het aan de rechter is om de waarde van de getuigenverklaringen te beoordelen, ongeacht het tijdsverloop. De uitspraak van het hof bevestigt de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging en de noodzaak om de zaak opnieuw te behandelen door de rechtbank.