ECLI:NL:GHLEE:2010:BO7445
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.J. van Dijk
- W. Foppen
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Oordeel over ontvankelijkheid openbaar ministerie en terugverwijzing naar rechtbank Groningen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen van 30 mei 2008. De rechtbank had het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens was overschreden. Het hof heeft echter geoordeeld dat deze overschrijding niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, ook niet in uitzonderlijke gevallen. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Groningen om opnieuw recht te doen op basis van de bestaande inleidende dagvaarding, met inachtneming van het arrest van het hof.
De verdachte was niet ter terechtzitting verschenen, maar haar raadsman, mr. M.C. van Linde, was wel aanwezig. Het hof heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebaseerd op het onderzoek dat in eerste aanleg heeft plaatsgevonden. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis van de eerste rechter zou vernietigen en de zaak zou terugverwijzen naar de rechtbank. Het hof heeft deze vordering gehonoreerd en het vonnis van de rechtbank vernietigd.
De tenlastelegging omvatte onder andere het verwerven en voorhanden hebben van geld dat afkomstig was uit misdrijven, alsook deelname aan een organisatie die tot doel had misdrijven te plegen, zoals oplichting en witwassen. Het hof heeft in zijn overwegingen ook aandacht besteed aan de mogelijkheid van een eerlijk proces, waarbij de verdediging had aangevoerd dat het tijdsverloop de getuigenverklaringen zou kunnen beïnvloeden. Het hof heeft echter geoordeeld dat het aan de rechter is om de waarde van de getuigenverklaringen te beoordelen, ongeacht het tijdsverloop. Uiteindelijk heeft het hof het openbaar ministerie ontvankelijk verklaard in de vervolging en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Groningen.