ECLI:NL:GHLEE:2010:BO6474

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002588-08
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van opzettelijke vrijheidsberoving en vernieling met bedreiging

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte is veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijke vrijheidsberoving, beschadiging en vernieling. De feiten vonden plaats op 13 april 2008, toen de verdachte samen met een mededader het slachtoffer, genaamd [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid beroofde door hem in zijn eigen woning te bedreigen met messen. De verdachte en zijn mededader drongen de woning van het slachtoffer binnen, waarbij zij hem fysiek aanvielen en met de dood bedreigden. Het hof oordeelde dat de tijdsduur van de vrijheidsberoving niet relevant was voor de kwalificatie van het delict, aangezien de wet ook het tijdelijk vasthouden van een persoon strafbaar stelt. De rechtbank had eerder een straf opgelegd, maar de verdachte ging in hoger beroep. De advocaat-generaal eiste een gevangenisstraf van 14 maanden, maar het hof besloot tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden, rekening houdend met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en deed opnieuw recht, waarbij het de vordering van de benadeelde partij toewijsde en de teruggave van in beslag genomen goederen gelastte. De uitspraak benadrukt de ernst van de inbreuk op de persoonlijke vrijheid en integriteit van het slachtoffer, vooral gezien het feit dat deze plaatsvond in zijn eigen woning.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002588-08
Parketnummer eerste aanleg: 18-670255-08
Arrest van 26 november 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van
20 oktober 2008 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1970] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. M.C. van Linde, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft aan verdachte een maatregel opgelegd, heeft beslist op de vordering van de benadeelde partij en heeft een beslissing genomen over de in beslag genomen goederen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen en heeft bij akte van 12 november 2010 het hoger beroep tegen het onder 2. primair en subsidiair ten laste gelegde ingetrokken.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de aan verdachte onder 1. primair, 3. en 4. ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en verdachte ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden onvoorwaardelijk. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd de vordering van de benadeelde partij toe te wijzen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Tot slot heeft de advocaat-generaal gevorderd de in beslag genomen goederen terug te geven aan de rechthebbende.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1. primair
hij op of omstreeks 13 april 2008, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft (hebben) verdachte en/of zijn mededader met dat opzet
- die [slachtoffer] - nadat verdachte en/of zijn mededader bij de woning van die [slachtoffer] had(den) aangebeld en die [slachtoffer] de deur had geopend - diens woning binnengeduwd, en/of
- die [slachtoffer] gestompt en/of geslagen, en/of
- een of meer messen aan die [slachtoffer] getoond, en/of
- de woorden 'Voor je het weet is alles voorbij en klaar is het', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, aan die [slachtoffer] toegevoegd, en/of
- een mes tegen/in de knie, althans het lichaam, van die [slachtoffer] gezet/geprikt en/of (daarbij) de woorden 'Zo scherp is het' althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, aan die [slachtoffer] toegevoegd, en/of
- een/dat mes op/tegen de keel van die [slachtoffer] gezet/gedrukt, en/of
- met een/dat mes een snijdende beweging gemaakt en/of (daarbij) die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: 'Dan gebeurt dat straks wel', althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of
- (aldus) die [slachtoffer] (tegen zijn wil) vastgehouden, tegengehouden en/of belemmerd om weg te gaan, althans verhinderd zich te verwijderen van de plaats waar hij, die [slachtoffer], zich bevond;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
A.
hij op of omstreeks 13 april 2008, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) heeft gestompt en/of geslagen, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
B.
hij op of omstreeks 13 april 2008, in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, een persoon, genaamd [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader opzettelijk dreigend genoemde [slachtoffer]
- een of meer messen getoond, en/of
- de woorden "Voor je het weet is alles voorbij en klaar is het" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, toegevoegd, en/of
- een mes tegen/in de knie, althans het lichaam, gezet/geprikt en/of (daarbij) de woorden "Zo scherp is het" althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, toegevoegd, en/of
- een/dat mes op/tegen de keel gezet/gedrukt, en/of
- met een/dat mes een snijdende beweging gemaakt en/of (daarbij) de woorden toegevoegd: "Dan gebeurt dat straks wel", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
C.
hij op of omstreeks 13 april 2008, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, wederrechtelijk is binnengedrongen in een woning gelegen aan de [straat] en in gebruik bij [slachtoffer], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte en/of zijn mededader;
3.
hij op of omstreeks 13 april 2008, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk een monitor, een ruit, een of meer lamellen, een of meer kandelaars, een televisietoestel, een of meer glazen en/of een of meer lampen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4.
hij op of omstreeks 1 januari 2008, in de gemeente [gemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon, te weten [persoonsnaam], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Bewijsoverweging
De raadsman heeft ter zitting aangevoerd dat de tijd die het slachtoffer in de woning is vastgehouden te kort is geweest om te spreken van een wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Het hof oordeelt als volgt.
Mede gelet op de omstandigheid dat in het eerste lid van art. 282 Sr naast het opzettelijk wederrechtelijk iemand van de vrijheid beroven is strafbaar gesteld het opzettelijk wederrechtelijk iemand van de vrijheid beroofd houden, is het duidelijk dat de wetgever bij het opzettelijk iemand van de vrijheid beroven doelt op het enkel iemand doen vertoeven -zonder dat de dader daartoe gerechtigd is - op een plaats waarvan of waaruit deze zich niet op ieder gewenst ogenblik kan verwijderen. Dat de dader niet het opzet heeft om de toestand van vrijheidsbeneming langer te laten duren dan enige minuten doet daaraan niet af. Ook dan kan er sprake zijn van, en in dit geval: is er sprake van een voltooide vrijheidsberoving.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1. primair
hij op 13 april 2008 te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, immers hebben verdachte en zijn mededader met dat opzet
- die [slachtoffer] - nadat verdachte en zijn mededader bij de woning van die [slachtoffer] hadden aangebeld en die [slachtoffer] de deur had geopend - diens woning binnengeduwd, en
- die [slachtoffer] gestompt en
- messen aan die [slachtoffer] getoond, en
- de woorden 'Voor je het weet is alles voorbij en klaar is het' aan die [slachtoffer] toegevoegd, en
- een mes tegen de knie van die [slachtoffer] geprikt en daarbij de woorden 'Zo scherp is het' aan die [slachtoffer] toegevoegd en
- dat mes tegen de keel van die [slachtoffer] gezet en
- met dat mes een snijdende beweging gemaakt en daarbij die [slachtoffer] de woorden toegevoegd: 'Dan gebeurt dat straks wel' en
- aldus die [slachtoffer] tegen zijn wil vastgehouden en verhinderd zich te verwijderen van de plaats waar hij, [slachtoffer], zich bevond;
3.
hij op 13 april 2008 te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk een monitor, een ruit, lamellen, kandelaars, een televisietoestel, glazen en lampen, toebehorende aan [slachtoffer], heeft vernield of beschadigd;
4.
hij op 1 januari 2008, in de gemeente [gemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een auto, toebehorende aan een persoon, te weten [persoonsnaam], heeft beschadigd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. primair, 3. en 4. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1. primair: medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven.
3. medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort vernielen of beschadigen, meermalen gepleegd.
4. opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat aan een ander toebehoort beschadigen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 13 april 2008, tezamen met een ander schuldig gemaakt aan wederrechtelijke vrijheidsberoving. Het slachtoffer is door verdachte en zijn mededader zijn eigen woning binnengeduwd waarna hij met messen is bedreigd. Het doel van deze vrijheidsberoving was het feit dat verdachte en zijn mededader met de broer van het slachtoffer onenigheid hadden en ze verhaal wilden halen bij die broer die tijdelijk bij het slachtoffer inwoonde.
Nadat het slachtoffer zijn eigen woning wist te ontvluchten hebben verdachte en zijn mededader in de woning van verdachte een aantal goederen vernield of beschadigd.
Door het slachtoffer van zijn vrijheid te beroven en hem te bedreigen met messen heeft verdachte een ernstige inbreuk gemaakt op diens persoonlijke vrijheid en lichamelijke integriteit. Het feit dat deze plaatsvonden in de eigen woning van het slachtoffer maakt dit een des te ernstiger inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, nu men zich in de eigen woning veilig moet kunnen voelen.
Verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het beschadigen van een auto, door deze op oudejaarsnacht op een brandstapel te duwen. Door aldus te handelen heeft verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar van de auto.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie, d.d. 25 augustus 2010, waaruit blijkt dat verdachte reeds meermalen is veroordeeld voor strafbare feiten, waaronder geweldsdelicten.
De behandeling van de zaak in hoger beroep is gepaard gegaan met een geringe overschrijding van de redelijke termijn. In aanmerking genomen de duur van de procedure als geheel, vindt het hof in die geringe termijnoverschrijding - anders dan de raadsman - geen grond voor strafmatiging. Volstaan wordt met de enkele constatering.
Gelet op het vorenstaande is het hof van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden is. Het hof ziet in het feit dat aan de medeverdachte een lagere gevangenisstraf is opgelegd en in het feit dat de verdachte na het begaan de van nu bewezen verklaarde misdrijven niet weer als verdachte met justitie aan aanraking is geweest, reden om af te wijken van de eis van de advocaat-generaal. Het hof zal aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van zes maanden.
Teruggave in beslag genomen goederen aan de rechthebbende
Het hof beveelt de teruggave van de in beslag genomen goederen, te weten 2 messen met een gekarteld lemmet en 1 broodmes, aan de rechthebbende.
Benadeelde partij
Uit het onderzoek ter 's hofs terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen in voege als na te melden.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 57, 282 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1. primair, 3. en 4. ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. primair, 3. en 4. meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van zes maanden;
gelast de teruggave aan de rechthebbenden van de in beslag genomen goederen, te weten 2 messen met een gekarteld lemmet en 1 broodmes;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tachtig euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tachtig euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van één dag zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. K.J. van Dijk
en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Van Dijk voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.