ECLI:NL:GHLEE:2010:BO6466
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- K.J. van Dijk
- W. Foppen
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Oordeel over ontvankelijkheid openbaar ministerie en terugverwijzing naar rechtbank na overschrijding redelijke termijn
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De rechtbank had het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte, omdat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden. Het hof heeft echter geoordeeld dat, in lijn met het arrest van de Hoge Raad van 16 juni 2008, deze overschrijding niet kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie, zelfs niet in uitzonderlijke gevallen. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Groningen om opnieuw recht te doen op basis van de bestaande inleidende dagvaarding.
De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk gebruik maken van valse of vervalste geschriften en deelname aan een organisatie met het oogmerk om misdrijven te plegen, waaronder oplichting en valsheid in geschrifte. De verdediging voerde aan dat door het tijdsverloop een eerlijk proces niet meer mogelijk was, omdat getuigen niet meer in staat zouden zijn om de feiten nauwkeurig te herinneren. Het hof verwierp dit verweer en benadrukte dat het aan de rechter is om de waarde van getuigenverklaringen te beoordelen, ongeacht het tijdsverloop.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd en het openbaar ministerie ontvankelijk verklaard in de vervolging. De zaak is terugverwezen naar de rechtbank Groningen voor verdere behandeling, waarbij het hof heeft bepaald dat de rechtbank rekening moet houden met het arrest van het hof.