ECLI:NL:GHLEE:2010:BO6419

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003352-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met minderjarige en gevangenisstraf met voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 26 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, een 36-jarige man, is schuldig bevonden aan het plegen van ontucht met een 15-jarig meisje, waarbij sprake was van seksueel binnendringen. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld, maar de officier van justitie heeft hoger beroep aangetekend. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en is van oordeel dat de ernst van het feit een zwaardere straf rechtvaardigt dan eerder opgelegd.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast is als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht opgelegd, inclusief mogelijke behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie. Het hof heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de verdachte de lichamelijke en seksuele integriteit van het slachtoffer in ernstige mate heeft geschonden, wat aanzienlijke psychische gevolgen kan hebben voor het slachtoffer. De verdachte heeft niet de indruk gewekt zich bewust te zijn van de ernst van zijn daden, en het hof heeft daarom besloten dat een werkstraf niet voldoende zou zijn.

De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en legt de verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, met de mogelijkheid van een voorwaardelijk deel. Het hof heeft ook de belangen van het slachtoffer in overweging genomen, waarbij het belang van de bescherming van jeugdigen tegen seksuele handelingen centraal staat. De verdachte heeft zich niet gehouden aan de wettelijke normen en heeft de impact van zijn handelen op het slachtoffer niet onderkend. Het hof heeft de relevante wetsartikelen toegepast en de strafmotivering zorgvuldig overwogen, waarbij de omstandigheden van het feit en de persoon van de verdachte zijn meegewogen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003352-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-885034-09
Arrest van 26 november 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden van
15 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.J. de Vries, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het aan verdachte ten laste gelegde bewezen zal verklaren en hem ter zake zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd voor de duur van twee jaren, alsmede reclasseringstoezicht, ook indien dit inhoudt behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij in of omstreeks de periode van 8 juni 2008 tot en met 9 februari 2009 te Leeuwarden, (althans) in de gemeente Leeuwarden, met [slachtoffer] (geboren op [1993]), die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] geduwd/gebracht.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij in de periode van 8 juni 2008 tot en met 9 februari 2009 te Leeuwarden, in de gemeente Leeuwarden, met [slachtoffer], geboren op [1993], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich als destijds 36-jarige man schuldig gemaakt aan het buiten echt plegen van ontucht, waarbij er sprake was van seksueel binnendringen, bij een 15-jarig meisje.
De strafwet beschermt (de belangen van) jeugdigen tussen de twaalf en zestien jaren tegen het ondergaan van seksuele handelingen. Door zijn handelwijze heeft de verdachte de lichamelijke en seksuele integriteit van [slachtoffer] in ernstige mate geschonden, hetgeen in het algemeen als zeer ingrijpend wordt ervaren en nadelige psychische gevolgen van mogelijk langere duur met zich kan brengen, onder meer in de vorm van een verstoring van de psychoseksuele ontwikkeling en van het vertrouwen in anderen.
Dit wordt niet anders wanneer de jongere - zoals verdachte stelt - zelf het initiatief tot de relatie heeft genomen. De wetgever heeft er juist voor gekozen dit soort feiten strafbaar te stellen omdat jeugdigen de impact van het handelen nog niet kunnen overzien. Het was verdachte die zich als volwassene had moeten realiseren dat dergelijk handelen volstrekt niet geoorloofd was. Verdachte is echter voorbijgegaan aan de belangen van [slachtoffer] en is kennelijk slechts uit geweest op bevrediging van zijn eigen seksuele behoeftes.
Het feit dat [slachtoffer] door het seksuele contact met verdachte zwanger is geraakt en er inmiddels een baby is geboren, maakt dat [slachtoffer] niet - zoals normale tieners - van een onbezorgde jeugd kan genieten. [slachtoffer] draagt op en vanaf haar 16e levensjaar de verantwoordelijkheid voor een kind, verdachtes kind. De verdachte heeft niet de indruk weten te wekken dat hij zich ten volle bewust is van het strafwaardige van zijn handelwijze.
Uit het verdachte betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 27 november 2009 blijkt, dat verdachte eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Gelet op het voorgaande, alsmede op de ernst van het bewezen verklaarde feit kan met een werkstraf plus een voorwaardelijke straf niet worden volstaan en acht het hof een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Om verdachte ervan te weerhouden opnieuw (soortgelijke) strafbare feiten te plegen, zal het hof een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen, met een proeftijd voor de duur van twee jaren. Het hof zal als bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijke straf Reclasseringstoezicht opleggen, ook als dat inhoudt een behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van vijf maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook indien dit inhoudt behandeling bij de Ambulante Forensische Psychiatrie;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden beëindigd.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. K.J. van Dijk, voorzitter, mr. W. Foppen en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van H. Pool als griffier, zijnde mr. Van Dijk voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
- 5 - 24-003352-09