ECLI:NL:GHLEE:2010:BO5336
Gerechtshof Leeuwarden
Veroordeling voor alcoholgebruik tijdens het besturen van een voertuig
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 23 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1980, werd beschuldigd van het overtreden van artikel 8, tweede lid, onder a van de Wegenverkeerswet 1994, door een bestelauto te besturen onder invloed van alcohol. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van de tenlastelegging, maar de officier van justitie ging in hoger beroep. Tijdens de zitting in hoger beroep werd het onderzoek herhaald, waarbij de advocaat-generaal een geldboete van € 550,- en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voorstelde.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 7 juni 2008, na het gebruik van alcohol, een alcoholgehalte van 575 microgram per liter uitgeademde lucht had, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. Het hof oordeelde dat de verdachte de verkeersveiligheid in gevaar had gebracht, vooral omdat hij een geparkeerde auto had geraakt. Ondanks het feit dat er een overschrijding van de redelijke termijn was, besloot het hof om geen ontzegging van de rijbevoegdheid op te leggen, gezien het tijdsverloop en het ontbreken van eerdere veroordelingen.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd, de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging, en hem veroordeeld tot een geldboete van € 550,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van elf dagen bij niet-betaling. Het hof heeft de bijkomende straf van ontzegging van de rijbevoegdheid achterwege gelaten, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de persoon van de verdachte.