ECLI:NL:GHLEE:2010:BO4925
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van opzet bij cocaïnebezit
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte was eerder veroordeeld voor een misdrijf waarbij zij opzettelijk cocaïne zou hebben vervoerd en/of aanwezig gehad. De advocaat-generaal had in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een werkstraf van 100 uren geëist.
Het hof heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich bewust was van de inhoud van het pakketje dat cocaïne bleek te bevatten. Het hof heeft de tenlastelegging niet bewezen geacht en heeft de verdachte vrijgesproken. De uitspraak is gedaan na onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en het eerdere onderzoek in eerste aanleg.
De verdachte, geboren in 1986, was bijgestaan door haar raadsman mr. A. Jhingoer. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof de verdachte heeft vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter in het waarborgen van een eerlijk proces.