ECLI:NL:GHLEE:2010:BO4804
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- P.W.J. Sekeris
- G.M. Meijer-Campfens
- P. Greve
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van verzoek tot vergoeding van advocaatkosten in verband met afwijzing van vordering tot tenuitvoerlegging van PIJ-maatregel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 17 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beschikking van de rechtbank Groningen. De zaak betreft een verzoeker die vergoeding uit 's Rijks kas vraagt voor gemaakte kosten en/of geleden schade in verband met de afwijzing van zijn vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde PIJ-maatregel. De rechtbank had het verzoek niet-ontvankelijk verklaard, wat de verzoeker in hoger beroep aanvecht. Het hof heeft in openbare raadkamer de stukken bekeken, waaronder het verzoekschrift, en is tot de conclusie gekomen dat de wetgever de regeling van vergoeding van proceskosten limitatief heeft opgevat. Dit betekent dat de procedure inzake de vordering tot tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel niet onder de vergoeding van proceskosten valt zoals bedoeld in artikel 591, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering. De verzoeker stelt dat er een omissie is van de wetgever, maar het hof oordeelt dat de wetgeving duidelijk is en dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel wezenlijk verschilt van andere procedures, zoals die van terbeschikkingstelling. Het hof wijst het beroep van de verzoeker af, waarmee de beslissing van de rechtbank wordt bevestigd.