ECLI:NL:GHLEE:2010:BO4479

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
9 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
200.048.615
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een voogd in een zaak van ouderlijk gezag

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Leeuwarden, ging het om de vraag van ouderlijk gezag over een minderjarige, hierna aangeduid als [het kind]. De man, appellant, had in hoger beroep verzocht om de beschikking van de rechtbank Groningen van 28 juli 2009 te vernietigen, waarin het ouderlijk gezag van hem en de vrouw was geschorst. De rechtbank had tevens de Stichting Nidos benoemd tot tijdelijk voogd. Het hof oordeelde dat er geen sprake was van (juridisch) gezag, omdat het moederschap van de door de vader genoemde vrouw niet vaststond en de vader zelf ook geen gezag had. Hierdoor kon het gezag niet geschorst worden. Het hof stelde vast dat de geboortedatum en geboorteplaats van [het kind] onbekend waren, en dat er geen bewijs was dat de vrouw de moeder was of dat zij bevoegd was tot gezag. Het hof vernietigde de eerdere beschikking en benoemde de Stichting Nidos tot voogd over [het kind]. De beslissing werd genomen op 9 november 2010, na behandeling van de zaak op 19 augustus 2010, waarbij de man en vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en Nidos aanwezig waren. De vrouw, vermoedelijk wonende in Italië, was niet verschenen. Het hof concludeerde dat er geen grond was voor het schorsen van gezag, en dat er een voogd moest worden benoemd, aangezien er geen wettige voogdij was geregeld.

Uitspraak

Beschikking d.d. 9 november 2010
Zaaknummer 200.048.615
HET GERECHTSHOF LEEUWARDEN
Beschikking in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats], België,
appellant,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. P.C. Smit, kantoorhoudende te Utrecht,
tegen
de Raad voor de Kinderbescherming,
gevestigd te Groningen,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de raad,
Belanghebbenden:
1. Stichting Nidos Jeugdbescherming voor vluchtelingen,
gevestigd te Assen,
hierna te noemen: Nidos,
2. [belanghebbende],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen: [belanghebbende],
3. de vrouw,
vermoedelijke wonende in Italië.
Het geding in eerste aanleg
Bij beschikking van 28 juli 2009 heeft de rechtbank Groningen naar aanleiding van het verzoek van de raad het ouderlijk gezag van de man en de vrouw geschorst zolang de omstandigheid, waardoor zij het ouderlijk gezag over de minderjarige [het kind] (hierna: [het kind]), geboren op [1998], België, niet kunnen uitoefenen, zich voordoet. Voorts heeft de rechtbank voor de periode dat het ouderlijk gezag zal zijn geschorst Nidos tot tijdelijk voogd benoemd.
Het geding in hoger beroep
Bij beroepschrift, binnengekomen op de griffie op 28 oktober 2009, heeft de man verzocht de beschikking van 28 juli 2009 te vernietigen en opnieuw beslissende onder uitvoerbaarverklaring bij voorraad hem te belasten met het ouderlijk gezag over [het kind].
Bij verweerschrift, binnengekomen op de griffie op 18 mei 2010, heeft de raad het verzoek bestreden en verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.
Bij verweerschrift, binnengekomen op de griffie op 6 mei 2010, heeft Nidos het verzoek van de man bestreden.
Het hof heeft kennisgenomen van de overige stukken.
Ter zitting van 19 augustus 2010 is de zaak behandeld. Verschenen is de man, bijgestaan door zijn advocaat. Namens de raad was aanwezig de heer J. Scholte Aalbes. De heer G.E. Liewes is namens Nidos verschenen. Hoewel behoorlijk opgeroepen is [belanghebbende] niet verschenen.
De beoordeling
De vaststaande feiten
1. [het kind] verblijft bij [belanghebbende] te [woonplaats]. De man verblijft in België en heeft de Nederlandse nationaliteit.
2. Naar aanleiding van het verzoek van de raad heeft de rechtbank beslist zoals hiervoor onder 'Het geding in eerste aanleg' is vermeld. De man heeft tegen die beslissing hoger beroep ingesteld.
De overwegingen
Met betrekking tot de rechtsmacht
3. Aangezien [het kind] op het tijdstip dat de zaak bij het gerecht in Nederland aanhangig is gemaakt zijn gewone verblijfplaats in Nederland, te weten [woonplaats], had en de zaak de ouderlijke verantwoordelijkheid (gezag) betreft, is de Nederlandse rechter ingevolge artikel 8 van de Verordening nr. 2201/2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid in deze bevoegd van het verzoek van de raad als oorspronkelijk verzoeker kennis te nemen.
Met betrekking tot het toepasselijk recht
4. Gelet op het vorenstaande is ingevolge het bepaalde in het Verdrag betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen 1961 (HKV 1961), het Nederlandse recht van toepassing (lex fori).
Beoordeling hoger beroep/verzoek ten gronde
5. Bij gebreke van enig officieel document is in rechte niet vast te stellen op welke datum en in welk land en welke plaats [het kind] is geboren. In de stukken worden met betrekking tot zijn geboortedatum en geboorteplaats wisselende gegevens verstrekt:
* geboortedatum: onbekend (beschikking rechtbank), 1 juli 1997 (brief Nidos d.d.
23 april 2009), 28 augustus 1998 (beroepschrift)
* geboorteplaats: onbekend (beschikking rechtbank), [plaats], België
(beroepschrift), Joegoslavië (brief Nederlandse ambassade d.d. 1 april 2009).
6. Het hof zal om die reden de geboortedatum en geboorteplaats van [het kind] in zijn beschikking aanmerken en vermelden als onbekend.
7. Van de vrouw die naar de stellingen van de man van [het kind] is bevallen zijn de naam, geboortedatum, geboorteplaats, huidige woonplaats noch nationaliteit bekend. Derhalve kan in rechte niet worden vastgesteld dat de door de man genoemde vrouw de moeder is van [het kind] en staat haar moederschap ook niet vast. Daaruit vloeit tevens voort dat in rechte evenmin kan worden vastgesteld dat zij in die hoedanigheid - al dan niet van rechtswege - alleen met het gezag over [het kind] is belast.
8. Daarbij kan ook nog worden opgemerkt dat door het ontbreken van alle
voornoemde gegevens ook niet bekend is of de vrouw - zo zij al degene is die van
[het kind] is bevallen - ten tijde van die bevalling wel bevoegd was tot het gezag.
9. Op grond van het vorenstaande staat in rechte niet vast dat de vrouw belast is met het gezag over [het kind], zodat er reeds hierom geen grond is dat gezag (eventueel) te schorsen.
10. Nog daargelaten dat niet vast staat dat de vrouw de moeder is van [het kind], zelfs wanneer dat wel zou vaststaan dan is gesteld noch gebleken dat de man vóór, ten tijde van, dan wel na de geboorte van [het kind] gehuwd is (geweest) of een geregistreerd partnerschap is aangegaan met de vrouw.
11. Evenmin is gesteld noch gebleken dat op verzoek van de man en de vrouw voor zover zij niet met elkaar waren gehuwd of een geregistreerd partnerschap waren aangegaan het gezamenlijk gezag op grond van artikel 1:252 BW is aangetekend in het register als bedoeld in artikel 1:244 BW.
12. Ten slotte is gesteld noch gebleken dat de man ingevolge enige rechterlijke beslissing gezamenlijk met de vrouw, dan wel alleen is belast met het gezag over [het kind].
13. Op grond van het vorenstaande staat in rechte niet vast dat de man is belast met gezag over [het kind], zodat er reeds hierom geen grond is dat gezag (eventueel) te schorsen.
14. Al hetgeen hiervoor is overwogen, een en ander in onderlinge samenhang bezien, leidt tot de conclusie dat [het kind] niet onder ouderlijk gezag staat, terwijl evenmin is gesteld of gebleken dat op wettige wijze in zijn voogdij is voorzien zoals bedoeld in artikel 1:295 BW.
15. In het licht van al hetgeen hiervoor is overwogen dient er op grond van artikel 1:295 BW een voogd te worden benoemd, welke niet zal worden aangeduid als "tijdelijk", nu het geen benoeming is op grond van artikel 1:253r BW.
16. Het hof zal evenals de rechtbank de Stichting Nidos als zodanig benoemen, aangezien zij zich bereid heeft verklaard die benoeming op zich te nemen en zij een stichting is als bedoeld in artikel 1, onder f, van de wet op de jeugdzorg.
Slotsom
17. Gelet op het vorenstaande zal het hof de beschikking van de rechtbank vernietigen en beslissen als na te melden.
De beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beschikking waarvan beroep;
en opnieuw beslissende:
benoemt de Stichting Nidos Jeugdbescherming voor vluchtelingen, Stationsstraat 29a, 9401 KW te Assen tot voogd over [het kind], van wie de geboortedatum en geboorteplaats onbekend zijn;
wijst af het meer of anders verzochte.
Aldus gewezen door mrs. B.J.J. Melssen, A. Dijkstra en W. Breemhaar, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit hof op 9 november 2010 in bijzijn van de griffier.