ECLI:NL:GHLEE:2010:BO4369

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
16 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-002900-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor woninginbraak met bijzondere voorwaarden en werkstraf

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 16 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1974, werd veroordeeld voor een woninginbraak die plaatsvond op 5 mei 2009, waarbij hij een laptop en een mobiele telefoon heeft gestolen. De politierechter had eerder een gevangenisstraf van 36 maanden opgelegd, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, waarvan één maand voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringstoezicht door de Stichting Reclassering Nederland.

Het hof heeft in zijn overwegingen rekening gehouden met de positieve veranderingen in het leven van de verdachte, die geen drugs meer gebruikt en zich laat begeleiden door Tactus Verslavingszorg. Ondanks deze positieve ontwikkeling heeft het hof geoordeeld dat de verdachte strafbaar is en dat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig zijn. De vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf werd door het hof toegewezen, maar de opgelegde gevangenisstraf werd omgezet in een werkstraf van 180 uren, om de verdachte de kans te geven zijn positieve ontwikkeling voort te zetten.

Daarnaast heeft het hof beslist dat het in beslag genomen breekijzer, dat door de verdachte is gebruikt bij de inbraak, verbeurdverklaard wordt. Het hof heeft de beslissing genomen op basis van de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van het bewezen verklaarde feit. De uitspraak van het hof is een belangrijke stap in de rechtsgang en benadrukt de noodzaak van reclassering en begeleiding voor de verdachte.

Uitspraak

Parketnummer: 24-002900-09
Parketnummer eerste aanleg: 18-670201-09
Arrest van 16 november 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 6 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1974] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. U. van Ophoven, advocaat te Leek.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf en heeft een beslissing genomen over het in beslag genomen goed alsmede op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis is omschreven. Het geschorste bevel voorlopige hechtenis werd opgeheven en de gevangenneming ter zitting gelast.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake het hem ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek, waarvan een maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften van of vanwege de Stichting Reclassering Nederland. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering tenuitvoerlegging zal afwijzen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 5 mei 2009, te [plaats], in elk geval in de gemeente [gemeente], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een aan de [straat] gelegen woning heeft weggenomen een laptop en/of een mobiele telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 5 mei 2009, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een aan de [straat] gelegen woning heeft weggenomen een laptop en een mobiele telefoon, toebehorende aan [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 5 mei 2009 schuldig gemaakt aan diefstal van een laptop en een mobiele telefoon uit een woning in [plaats]. Verdachte heeft door aldus te handelen een inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van een ander.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 4 augustus 2010, waaruit blijkt dat verdachte veelvuldig ter zake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Het hof houdt voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
Door de verdachte en zijn raadsman is ter terechtzitting van het hof op 2 november 2011 naar voren gebracht dat er in het leven van verdachte een positieve verandering heeft plaatsgevonden nu verdachte geen drugs meer gebruikt en zich op vrijwillige basis door Tactus Verslavingszorg laat begeleiden en in dat kader werkzaam is bij Tactory.
Uit het reclasseringsadvies van Tactus Verslavingszorg, opgesteld door G. van Houwelingen d.d. 24 juni 2010, blijkt eveneens dat er sprake lijkt te zijn van enige stabiliteit omdat verdachte geen cocaïne meer gebruikt en daardoor dagbesteding en inkomen kan generen. Verdachte blijkt gemotiveerd voor begeleiding om de ingezette positieve ontwikkeling vast te houden.
Tactus acht de kans dat verdachte zal recidiveren niet uitgesloten omdat verdachte een lange geschiedenis heeft als het gaat om middelengebruik en het plegen van delicten.
Tactus Verslavingszorg adviseert derhalve om aan verdachte een verplicht reclasseringscontact op te leggen in het kader van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke straf.
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, zal het hof - evenals door de advocaat-generaal gevorderd - aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek, waarvan een maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en met als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringscontact bij Tactus Reclassering.
Verbeurdverklaring
Het in beslag genomen breekijzer is voor verbeurdverklaring vatbaar. Immers, met behulp van dit breekijzer, dat aan de verdachte toebehoort, is het bewezenverklaarde feit begaan.
Vordering tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de meervoudige kamer van de rechtbank Groningen d.d. 3 maart 2008, is veroordeelde onder meer veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat dit vonnis onherroepelijk is geworden op 17 maart 2008 en dat de proeftijd op 18 maart 2008 is ingegaan.
De officier van justitie heeft lopende de proeftijd gevorderd dat last zal worden gegeven tot (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Nu gebleken is dat de ten laste gelegde feiten zijn begaan voor het einde van de proeftijd, zal het hof de gedeeltelijke tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf.
Nu het hof de - zij het prille - positieve ontwikkeling in het leven van verdachte niet wil doorbreken met een gevangenisstraf, zal het hof de drie maanden gevangenisstraf die zij voornemens was ten uitvoer te gelasten, omzetten in een werkstraf voor de duur van 180 uren.
Voorlopige hechtenis
Nu het hof de voorlopige hechtenis met ingang van 24 december 2009 reeds heeft opgeheven zal hierover gelet op de duur van de opgelegde gevangenisstraf geen nadere beslissing meer worden genomen.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14g, 33, 33a, 63 en 310, 311, van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van één maand, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden beëindigd;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
verklaart verbeurd:
1.00 stk gereedschap, kleur grijs, breekijzer;
gelast (in plaats van het geven van een last tot tenuitvoerlegging van een gedeelte van drie maanden van 12 maanden gevangenisstraf de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de meervoudige kamer te Groningen van 3 maart 2008) een taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van honderdtachtig uren met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van negentig dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. F. Vellinga-Schootstra, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier. Mr. F. Vellinga-Schootstra is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.