ECLI:NL:GHLEE:2010:BO3293
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- W.M. van Schuijlenburg
- O. Anjewierden
- G.M. Meijer-Campfens
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor overtredingen van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 5 november 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de economische politierechter in de rechtbank Assen. De verdachte, een veehouder, werd beschuldigd van het niet naleven van de voorschriften uit de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, specifiek de artikelen 38 en 45. De feiten betroffen de periode van 1 maart 2008 tot en met 2 april 2008, waarin de verdachte zijn runderen en schapen niet deugdelijke verzorging en huisvesting bood. Tijdens controles door de Algemene Inspectiedienst werd vastgesteld dat de dieren geen toereikende hoeveelheid gezond voer kregen en geen toegang hadden tot schoon drinkwater.
De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete en een bijkomende straf. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal een zwaardere straf geëist, maar het hof heeft besloten het eerdere vonnis te vernietigen en opnieuw recht te doen. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de overtredingen en hem opnieuw veroordeeld tot twee geldboetes van elk € 1.000,-, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van twintig dagen. Daarnaast is een voorwaardelijke stillegging van de onderneming voor de duur van drie maanden opgelegd, met een proeftijd van twee jaren.
Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte na de overtredingen zijn bedrijfsvoering heeft aangepast en dat er sindsdien geen nieuwe overtredingen zijn geconstateerd. Desondanks heeft het hof geoordeeld dat de verdachte verantwoordelijk is voor het welzijn van de aan hem toevertrouwde dieren en dat hij de toepasselijke wetgeving had moeten naleven.