ECLI:NL:GHLEE:2010:BO2522

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
29 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001078-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor meerdere ernstige strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld en afpersing, met bijzondere voorwaarden voor reclasseringstoezicht

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 29 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Assen. De verdachte is veroordeeld voor een reeks ernstige strafbare feiten, waaronder diefstal met geweld, bedreiging met geweld, en afpersing. De feiten vonden plaats in een korte periode, waarbij de verdachte zich schuldig maakte aan meerdere diefstallen, waaronder een overval op een winkel en een fietstasdiefstal, waarbij geweld en bedreiging met een mes werden gebruikt. De verdachte heeft bekend zich ook schuldig te hebben gemaakt aan negen ad-informandum gevoegde feiten, die in de strafmaat zijn meegenomen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 48 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland moet stellen. Dit toezicht is bedoeld om de juiste hulpverlening en behandeling voor de verdachte te reguleren. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn motivatie voor behandeling van zijn verslaving. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn grotendeels toegewezen, en het hof heeft ook de teruggave van in beslag genomen geldbedragen gelast. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht die van toepassing waren ten tijde van de feiten.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001078-10
Parketnummer eerste aanleg: 19-810003-10 en
Parketnummer tul: 19-830051-08
Arrest van 29 oktober 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Assen van 23 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1986] te [geboorteplaats],
zonder bekende woon-of verblijfplaats hier te lande,
thans verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.J. Pellinkhof, advocaat te Assen.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De rechtbank Assen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft op vorderingen van benadeelde partijen beslist, maatregelen opgelegd en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De officier van justitie is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen. Hij heeft dit hoger beroep aan verdachte doen betekenen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en met als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling, ook indien dit het volgen van een behandeling (in de Piet Roorda kliniek) inhoudt;
Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [benadeelde 3] hoofdelijk zal toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4] zal toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 5] hoofdelijk zal toewijzen tot een bedrag van € 1542,50, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Ten aanzien van het in beslag genomen geldbedrag heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de teruggave hiervan aan mevrouw [slachtoffer 2] zal gelasten.
Tot slot heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de vordering tot tenuitvoerlegging van 3 maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter Assen d.d. 25 april 2008, zal afwijzen, met dien verstande dat de proeftijd met een jaar zal worden verlengd.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 22 december 2009 te [plaats] op de openbare weg de [straat], althans op een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (fiets)tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- die [slachtoffer 1], die daar fietste, opzij/weg hebben/heeft geduwd en/of haar (daarbij) (bijna) ten val hebben/heeft gebracht en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd dat zij/hij een mes had(den), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend die [slachtoffer 1] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, hebben/heeft laten zien en/of
- dreigend aan die [slachtoffer 1] hebben/heeft gevraagd of er ook een portemonnee in die tas zat, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 22 december 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 1] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- de winkel waarin die [benadeelde 1] zich bevond, zijn/is binnengegaan terwijl hun/zijn gezicht/hoofd (gedeeltelijk) was bedekt met een capuchon en/of een muts, althans textiel, en/of
- dreigend tegen die [benadeelde 1] hebben/heeft gezegd: "Geld" en/of "Geld, schiet op; geld, schiet op", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een of meer mes(sen), althans scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), zichtbaar voor die [benadeelde 1] hebben/heeft vastgehouden en/of
- dreigend met dat/die mes(sen)/voorwerp(en) een of meer stekende beweging(en) naar die [benadeelde 1] hebben/heeft gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 24 december 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerksters van die [benadeelde 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- de winkel van die [benadeelde 5] (aan/nabij de [straat]) waarin die medewerkster(s) aanwezig waren/was, zijn/is binnengegaan waarbij zij/hij hun/zijn gezicht/hoofd (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een capuchon en/of een muts en/of een sjaal, in ieder geval textiel, en/of
- dreigend die medewerkster(s) een of meer mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), hebben/heeft getoond en/of
- dreigend dat/die mes(en)/voorwerp(en) in de richting van die medewerkster(s) hebben/heeft gehouden en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Kassa open", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Loop niet te fucken, dit is een overval" en/of "Open die la, open die la", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Ik snij je strot door, ik maak jullie allemaal af, serieus", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Geen geintjes, ik kom wel terug als jullie bellen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen ter zake dat
hij op of omstreeks 24 december 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer medewerkster(s) van [benadeelde 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 5] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- de winkel van die [benadeelde 5] (aan/nabij de [straat]) waarin die medewerkster(s) aanwezig waren/was, zijn/is binnengegaan waarbij zij/hij hun/zijn gezicht/hoofd (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een capuchon en/of een muts en/of een sjaal, in ieder geval textiel, en/of
- dreigend die medewerkster(s) een of meer mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), hebben/heeft getoond en/of
- dreigend dat/die mes(en)/voorwerp(en) in de richting van die medewerkster(s) hebben/heeft gehouden en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Kassa open", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Loop niet te fucken, dit is een overval" en/of "Open die la, open die la", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Ik snij je strot door, ik maak jullie allemaal af, serieus", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij op of omstreeks 31 december 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die tas met kracht en/of onverwachts uit handen van die [slachtoffer 2] heeft gerukt/getrokken;
5.
hij op of omstreeks 13 december 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat] heeft weggenomen (een) laptop(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
6.
hij op of omstreeks 12 september 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat] heeft weggenomen een wii spelcomputer en/of toebehoren, een psp, een of meer computerspel(len), een jas, een computer, een I-pod, een laptop, een geldbedrag, een surroundset en/of een schooltas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 22 december 2009 te [plaats] op de openbare weg de [straat], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fietstas, toebehorende aan [slachtoffer 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte
- die [slachtoffer 1], die daar fietste, opzij heeft geduwd en haar daarbij ten val heeft gebracht en
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat hij een mes had en
- dreigend die [slachtoffer 1] een mes, heeft laten zien en
- dreigend aan die [slachtoffer 1] heeft gevraagd of er ook een portemonnee in die tas zat;
2.
hij op 22 december 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan die [benadeelde 1], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader
- de winkel waarin die [benadeelde 1] zich bevond, zijn binnengegaan terwijl hun gezicht gedeeltelijk was bedekt met een capuchon en/of een muts, en
- dreigend tegen die [benadeelde 1] hebben gezegd: "Geld" en "Geld, schiet op; geld, schiet op", en
- messen zichtbaar voor die [benadeelde 1] hebben vastgehouden en
- dreigend met die messen stekende bewegingen naar die [benadeelde 1] hebben gemaakt;
3 primair.
hij op 24 december 2009 te [plaats] tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 5], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen medewerksters van die [benadeelde 5], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededader
- de winkel van die [benadeelde 5] aan/nabij de [straat] waarin die
medewerksters aanwezig waren zijn binnengegaan waarbij zij hun gezicht gedeeltelijk hadden bedekt met een capuchon en/of een muts en/of een sjaal, en
- dreigend die medewerksters messen hebben getoond en
- dreigend die messen in de richting van die medewerksters hebben gehouden en
- dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Kassa open" en
- dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Loop niet te fucken, dit is een overval" en "Open die la, open die la", en
- dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Ik snij je strot door, ik maak jullie allemaal af, serieus", en
- dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Geen geintjes, ik kom wel terug als jullie bellen";
4.
hij op 31 december 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 2];
5.
hij op 13 december 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning aan/nabij de [straat] heeft weggenomen laptops, toebehorende aan [slachtoffer 3], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
6.
hij op 12 september 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening uit een woning aan de [straat] heeft weggenomen een
wii spelcomputer en computerspellen, een laptop en een geldbedrag, een surroundset
en een schooltas, toebehorende aan [benadeelde 4], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
1.
diefstal, voorafgegaan of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
2.
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
3 primair.
diefstal, voorafgegaan of vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4.
diefstal;
5.
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming;
6.
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak of inklimming.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van de verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Op 22 december 2009 maakt verdachte zich op de openbare weg schuldig aan het plegen van diefstal die gepaard gaat met geweld en bedreiging met geweld. Verdachte fietst op het [straat] in [plaats] en nadert een fietsende vrouw van de achterzijde. Hij fietst op haar af en geeft haar dan een duw. Ten gevolge van deze duw valt de vrouw op de grond. Verdachte pakt de fietstas van de vrouw af, dreigt met een mes en vraagt of zij een portemonnee bij zich heeft. Dan fietst verdachte weg.
Na dit incident fietsen verdachte en medeverdachte [medeverdachte], naar het winkelcentrum in [plaats]. Daar plegen ze een overval op de [benadeelde 6]. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] bedreigen de medewerker van de [benadeelde 6] met messen, maken steekbewegingen naar hem en dwingen hem aldus tot afgifte van geld. De medewerker opent de kassa en gooit geld in het plastic tasje dat medeverdachte [medeverdachte] bij zich draagt. Dan gaan verdachte en meverdachte [medeverdachte] er vandoor.
Twee dagen later, op kerstavond, plegen verdachte en medeverdachte [medeverdachte], een overval op [benadeelde 5] in [plaats]. Gewapend met messen bedreigen ze twee caissiëres en dwingen hen tot afgifte van geld. Een caissiëre maakt de kassa open en medeverdachte [medeverdachte] pakt het geld eruit. Dan verlaten ze de supermarkt.
Verdachte heeft door het plegen van genoemde zeer ernstige strafbare feiten een grote mate van gewetenloosheid ten toon gespreid en slechts gehandeld met het oog op eigen financieel gewin ten behoeve van het onderhouden van zijn drugsverslaving. Dit neemt het hof verdachte bijzonder kwalijk.
Gewelddadige feiten als de onderhavige schokken de rechtsorde ernstig en brengen gevoelens van onrust en onveiligheid in de maatschappij teweeg. Slachtoffers kunnen als gevolg van dergelijke feiten - naast de lichamelijke gevolgen - nog langdurig last hebben van nadelige psychische gevolgen, zoals gevoelens van angst en onveiligheid, waarvan te dezen ook is gebleken.
Zo blijkt uit de slachtofferverklaring van caissiëre [benadeelde 3], en uit de schriftelijke toelichting op de vordering van caissiëre [benadeelde 2], dat zij tijdens de overval in de supermarkt grote angst hebben gevoeld en dat het een traumatische ervaring is geweest die in diverse verschijningsvormen invloed heeft gehad en nog steeds heeft op hun dagelijkse leven.
Ten aanzien van de op te leggen straf dient bij ernstige strafbare feiten als de onderhavige als uitgangspunt te gelden dat de oplegging van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf geboden is.
Verdachte heeft zich daarnaast nog schuldig gemaakt aan een tweetal woninginbraken en diefstal van een handtas in een winkelcentrum in [plaats]. Verdachte heeft hierbij slechts gehandeld vanuit het oogpunt van financieel gewin en heeft er blijk van gegeven weinig respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander.
Voorts is uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof gebleken dat verdachte zich naast de bewezen verklaarde feiten nog aan negen andere strafbare feiten heeft schuldig gemaakt. Deze strafbare feiten zijn ad-informandum gevoegd en vermeld op de inleidende dagvaarding. Deze ad-informandum gevoegde strafbare feiten, die door de verdachte ter terechtzitting van het hof zijn erkend als door hem te zijn begaan, zal het hof laten meewegen in de aan verdachte op te leggen straf, welke feiten daarmee zijn afgedaan.
Bij de strafoplegging houdt het hof rekening met de verdachte betreffend uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 1 oktober 2010, waaruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor gewelds- en vermogensdelicten.
Het hof heeft acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte,
zoals die ter terechtzitting van het hof door de verdachte en zijn raadsman naar voren zijn gebracht alsmede op de over verdachte opgemaakte reclasseringsrapportages d.d. 9 februari 2010 en d.d. 30 september 2010.
Uit laatstgenoemd reclasseringsrapport en uit hetgeen verdachte ter terechtzitting van het hof naar voren heeft gebracht blijkt ondermeer dat verdachte reeds een intake-gesprek heeft gehad bij de Piet Roorda Kliniek in Apeldoorn teneinde behandeling te ondergaan. De reclassering adviseert in dit kader de oplegging van een deels (on)voorwaardelijke gevangenisstraf met als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringstoezicht waarbinnen behandeling kan plaatsvinden.
Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof de indruk gewekt dat hij intrinsiek gemotiveerd is om behandeling te ondergaan en aangegeven thans geen drugs meer te gebruiken.
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de door de advocaat-generaal gevorderde gevangenisstraf van na te melden duur een passende bestraffing is. Verdachte en zijn raadsman hebben zich ter terechtzitting van hof geconformeerd aan deze eis.
Nu het hof van oordeel is dat verdachte gebaat zal zijn met behandeling en hij hier ook thans intrinsiek voor gemotiveerd lijkt te zijn, acht het hof het aangewezen - zoals ook door de Reclassering is geadviseerd en door de advocaat-generaal is gevorderd - om aan het voorwaardelijke strafdeel een verplicht reclasseringstoezicht te verbinden, teneinde de juiste hulpverlening / behandeling voor verdachte te reguleren.
Het hof merkt hierbij nog op dat behandeling bij de Piet Roorda Kliniek in Apeldoorn in het kader van het traject Terugdringen Recidive kan plaatsvinden indien daartoe op dat moment noodzaak bestaat.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De benadeelde partij heeft door het onder 2 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn medeverdachte) kan worden toegerekend.
Het hof zal de vordering van € 210,00 toewijzen nu deze niet inhoudelijk van de zijde van verdachte is bestreden en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van € 210,00 die door het onder 2 bewezen verklaarde strafbaar feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van het slachtoffer, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Benadeelde partij [benadeelde 5]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat de vordering van deze benadeelde partij in eerste aanleg deels is toegewezen en voor het overige niet-ontvankelijk is verklaard en dat deze benadeelde partij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort tot het bedrag dat in eerste aanleg is toegewezen.
De benadeelde partij heeft door het onder 3 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn medeverdachte) kan worden toegerekend.
Het hof zal de vordering van € 1542,50 toewijzen nu deze niet inhoudelijk van de zijde van verdachte is bestreden en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van € 1542,50 die door het onder 3 bewezen verklaarde strafbaar feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van het slachtoffer, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De benadeelde partij heeft door het onder 3 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn medeverdachte) kan worden toegerekend.
Het hof zal de vordering van € 934,41 toewijzen nu deze niet inhoudelijk van de zijde van verdachte is bestreden en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van € 934,41 die door het onder 3 bewezen verklaarde strafbaar feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van het slachtoffer, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Benadeelde partij [benadeelde 3]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De benadeelde partij heeft door het onder 3 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte (en zijn medeverdachte) kan worden toegerekend.
Het hof zal de vordering van € 1440,15 toewijzen nu deze niet inhoudelijk van de zijde van verdachte is bestreden en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van € 1440,15 die door het onder 3 bewezen verklaarde strafbaar feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van het slachtoffer, in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat de vordering geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van de gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De benadeelde partij heeft door het onder 6 bewezen verklaarde feit rechtstreekse schade geleden, welke schade aan de verdachte kan worden toegerekend.
Het hof zal de vordering van € 200,00 toewijzen nu deze niet van de zijde van verdachte inhoudelijk is bestreden en deze het hof niet onredelijk of ongegrond voorkomt.
Gelet hierop dient de verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de hierboven genoemde benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Aangezien de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade van € 200,00 die door het onder 6 bewezen verklaarde strafbaar feit is toegebracht en het belang van het slachtoffer ermee is gediend, zal aan de verdachte de verplichting worden opgelegd tot betaling aan de Staat van dit schadebedrag ten behoeve van het slachtoffer.
Beslag
Het hof beveelt de teruggave van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag van € 10,05 aan de rechthebbende, mevrouw [slachtoffer 2].
Beslissing op de vordering TUL
Bij vonnis van de politietrechter in de rechtbank Assen, d.d. 25 april 2008, is veroordeelde veroordeeld tot onder meer een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat voormeld vonnis op 25 april 2008 onherroepelijk is geworden. De proeftijd is ingegaan op 10 mei 2008.
De officier van justitie heeft op 25 maart 2010 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd heeft schuldig gemaakt aan de bewezen verklaarde feiten.
Gebleken is dat veroordeelde de bewezen verklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de gestelde proeftijd. Derhalve is de vordering in beginsel vatbaar voor toewijzing.
Het hof is met de advocaat-generaal, onder verwijzing naar hetgeen is gerelateerd in het kader van de strafmotivering, van oordeel dat het niet wenselijk is deze straf ten uitvoer te leggen en zal volstaan met verlenging van de proeftijd met 1 jaar.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 14f, 14g, 14h, 36f, 57, 310, 311, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2, 3 primair, 4, 5 en 6 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van achtenveertig maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van zes maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van drie jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
bepaalt dat dit toezicht door genoemde instelling reeds tijdens de proeftijd kan worden be?indigd;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan [slachtoffer 2] van:
€ 10,05, te weten 5 x 2 euromunt, 1 x 0,05 eurocentmunt;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 6], tav [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweehonderdtien euro;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweehonderdtien euro, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 6] tav [benadeelde 1], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 5], [plaats], tot een bedrag van duizend vijfhonderdtweeënveertig euro en vijftig cent;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend vijfhonderdtweeënveertig euro en vijftig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 5], [plaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van negenhonderdvierendertig euro en eenenveertig cent;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van negenhonderdvierendertig euro en eenenveertig cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van achttien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 3], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van duizend vierhonderdveertig euro en vijftien cent;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend vierhonderdveertig euro en vijftien cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van achtentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 4], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van tweehonderd euro;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van tweehonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 4], wonende te [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van vier dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de straf die aan de veroordeelde voorwaardelijk is opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Assen van 25 april 2008;
verlengt de bij dit vonnis gestelde proeftijd met één jaar.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S.H. Wachter, voorzitter, mr. D.V.E.M. van der Wiel-Rammeloo en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier. Mr. Rietveld is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.