ECLI:NL:GHLEE:2010:BO1807

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
26 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003342-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na wijziging tenlastelegging door politierechter

In deze zaak heeft het gerechtshof te Leeuwarden op 26 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor een misdrijf, maar heeft tijdig hoger beroep aangetekend. De raadsman van de verdachte was aanwezig en verklaarde gemachtigd te zijn om de verdachte te verdedigen. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het hof de verdachte zou vrijspreken van het ten laste gelegde. Het hof heeft geoordeeld dat de politierechter in eerste aanleg de vordering tot wijziging van de tenlastelegging niet had mogen toewijzen, omdat de tenlastelegging na de wijziging niet langer hetzelfde feit inhield. De oorspronkelijke tenlastelegging betrof een bedreiging van een slachtoffer via een e-mailbericht, waarbij de verdachte dreigende woorden had gebruikt. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende wettig bewijs was voor de tenlastelegging zoals deze was gewijzigd. Daarom heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van het ten laste gelegde feit. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het hof, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003342-09
Parketnummer eerste aanleg: 18-055019-09
Arrest van 26 oktober 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen van 11 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1949] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
niet ter terechtzitting verschenen. Wel verschenen is de raadsman van verdachte
mr. M.C. van Linde, advocaat te Groningen.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
De raadsman van verdachte heeft verklaard uitdrukkelijk te zijn gemachtigd verdachte ter terechtzitting te verdedigen.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte zal vrijspreken van het ten laste gelegde.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan verdachte is oorspronkelijk ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 25 maart 2009, in de gemeente [gemeente], [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] (via een e-mail bericht) dreigend de woorden toegevoegd: "Ik help je volgaarne naar de hel", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Uit de aantekening mondeling vonnis van 11 december 2009 blijkt dat de veroordeling van verdachte betrekking heeft op de pleegdatum 8 april 2008. Kennelijk heeft de politierechter de vordering van de officier van justitie om de datum 25 maart 2008 te wijzigen in 8 april 2008 toegewezen.
Het hof is van oordeel dat de politierechter deze vordering niet had mogen toewijzen, omdat de tenlastelegging hierdoor niet langer hetzelfde feit, in de zin van artikel 68 Wetboek van Strafrecht inhoudt. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de verdachte zowel op 25 maart 2008, als op 8 april 2008 een e-mail bericht aan [slachtoffer] heeft verstuurd. Daarom zal het hof zijn beoordeling in hoger beroep baseren op de oorspronkelijke tenlastelegging.
Vrijspraak
Het hof is van oordeel dat er onvoldoende wettig bewijs voorhanden is met betrekking tot wat aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W. Foppen, voorzitter, mr. K.J. van Dijk en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van S. van Krugten als griffier.