ECLI:NL:GHLEE:2010:BO0048

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001029-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal met geweld en bedreiging met geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een veroordeling van de rechtbank Groningen. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld en bedreiging met geweld, gepleegd op 5 december 2009. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf opgelegd en een schadevergoedingsmaatregel aan de benadeelde partij, [benadeelde], opgelegd. De verdachte heeft in hoger beroep de veroordeling aangevochten. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte een hond heeft gestolen van de benadeelde, waarbij geweld en bedreiging met geweld zijn gebruikt. De verdachte heeft de hond met geweld teruggeëist, ondanks een eerdere rechterlijke uitspraak die de benadeelde als eigenaresse van de hond erkende. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten en heeft een gevangenisstraf van dertig maanden opgelegd, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van achthonderd euro toegewezen, met de verplichting tot betaling aan de Staat. Het hof heeft ook de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twee maanden.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001029-10
Parketnummer eerste aanleg: 18-670564-09
Arrest van 11 oktober 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 5 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1975] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans verblijvende in P.I. Veenhuizen, gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. M.G. Vos, advocaat te Utrecht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, heeft een beslissing genomen op de vordering van de benadeelde partij, heeft een schadevergoedingsmaatregel opgelegd, heeft beslissingen genomen ten aanzien van de in beslag genomen zaken en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof:
- het primair ten laste gelegde bewezen zal verklaren;
- aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van het voorarrest, zal opleggen;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde] geheel zal toewijzen, hoofdelijk;
- de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde] zal opleggen voor het bedrag van 800 euro;
- de vordering tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Assen d.d. 18 maart 2008 opgelegde, voorwaardelijke, gevangenisstraf van twee maanden zal toewijzen;
- de in beslag genomen kleding en het in beslag genomen mes (aangetroffen op de salontafel) zal teruggeven aan verdachte;
- de bewaring zal bevelen ten behoeve van de rechthebbende van de overige in beslag genomen messen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij, op of omstreeks 5 december 2009, te omstreeks 23.00 uur, althans gedurende een tijdstip, bestemd voor de nachtrust in een woning of op een besloten erf waarop een woning stond, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [straat] en/of vanaf het besloten erf waarop die woning stond, heeft weggenomen een hond (een Old English Bulldog), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] en/of [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s)
- een raam van de achterdeur heeft vernield en/of
- (vervolgens) de woning van die [slachtoffer] en [benadeelde] is binnengedrongen en/of
- dreigend op die [slachtoffer] is afgelopen met een mes in zijn hand en/of
- meerdere stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of
- die [slachtoffer] in zijn arm en/of (elders) in het lichaam heeft gestoken en/of
- met een honkbalknuppel de inboedel van de woning van die [benadeelde] en [slachtoffer] heeft vernield en/of
- een mes op de keel heeft gezet bij die [benadeelde] en/of
- die [benadeelde] om de nek vast heeft gepakt en/of vast heeft gehouden en/of
- die [benadeelde] heeft geslagen en/of geschopt en/of aan haar haren heeft meegesleurd en/of
- tegen die [benadeelde] en/of [slachtoffer] heeft geschreeuwd: "waar is die hond!";
althans indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij, op of omstreeks 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet, meerdere stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer] heeft gemaakt en/of die [slachtoffer] in zijn arm en/of (elders) in het lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
en/of
hij, op of omstreeks 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [benadeelde], een mes op de keel heeft gezet en/of die [benadeelde] om de nek heeft vastgepakt en/of om de nek heeft vastgehouden en/of die [benadeelde] heeft geslagen en/of geschopt en/of aan de haren getrokken, waardoor deze pijn heeft ondervonden en/of letsel heeft bekomen.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
hij op 5 december 2009, omstreeks 23.00 uur, een tijdstip bestemd voor de nachtrust, in een woning, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [straat] heeft weggenomen een hond (een Old English Bulldog) toebehorende aan [benadeelde], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] en/of [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader:
- een raam van de achterdeur heeft vernield en
- vervolgens de woning van die [slachtoffer] en [benadeelde] is binnengedrongen en
- dreigend op die [slachtoffer] is afgelopen met een mes in zijn hand en
- meerdere stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer] heeft gemaakt en
- met een honkbalknuppel de inboedel van de woning van die [benadeelde] en [slachtoffer] heeft vernield en
- die [benadeelde] om de nek vast heeft gepakt en vast heeft gehouden en
- die [benadeelde] heeft geslagen en geschopt en aan haar haren heeft meegesleurd en
- tegen die [benadeelde] en/of [slachtoffer] heeft geschreeuwd: "waar is die hond!".
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 5 december 2009 samen met medeverdachte [medeverdachte] een hond van aangeefster [benadeelde] gestolen. Deze hond was eerder van verdachte geweest. Verdachte wilde de hond met alle geweld terug ondanks een uitspraak van de rechter dat [benadeelde] de eigenaresse van de hond was. Door verdachten is veel geweld en bedreiging met geweld tegen aangevers [benadeelde] en [slachtoffer] gebruikt om deze diefstal te realiseren.
Verdachte heeft voor een zeer agressieve vorm van eigenrichting gekozen, daarbij een rechtelijke uitspraak negerend. Verdachten hebben door hun handelen de eigendomsrechten van een ander geschonden en hebben angst, pijn en veel schade bij aangevers veroorzaakt.
Uit het de verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 21 juli 2010 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld terzake bedreiging, vernielingen en andersoortige strafbare feiten.
Op 9 februari 2010 is door de Reclassering Nederland een voorlichtingsrapport opgemaakt omtrent de persoon van de verdachte. De reclassering adviseert om aan verdachte een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, waarbij reclasseringstoezicht en het volgen van een Cognitieve Vaardigheidstraining als bijzondere voorwaarden worden opgenomen.
Door de verdediging is ter terechtzitting van het hof naar voren gebracht dat verdachte in de problemen zal komen als aan hem een lange gevangenisstraf wordt opgelegd. Verdachte heeft aangegeven dat zijn vriendin zodanige lichamelijke klachten heeft dat zij door hem verzorgd moet worden en dat hij zijn vriendin en zijn huis kwijtraakt als hij nog langer gedetineerd moet zitten.
Al het vorenstaande in aanmerking nemende is het hof met de advocaat-generaal van oordeel dat vanuit het oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van de door verdachte begane delicten oplegging aan verdachte van een gevangenisstraf van lange duur passend en geboden is.
Een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf heeft verdachte er niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. Gelet daarop, is er nu onvoldoende aanleiding om een deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen.
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Nu met betrekking tot de inbeslaggenomen messen geen persoon als rechthebbende kan worden aangewezen, zal het hof met betrekking tot die voorwerpen de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Teruggave
Ten aanzien van de onder verdachte inbeslaggenomen kleding en de klompen zal het hof gelasten dat deze zal worden teruggegeven aan verdachte.
Benadeelde partij [benadeelde]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte inhoudelijk niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen in voege als na te melden, ??n en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. In eerste aanleg zijn deze kosten op basis van de door de benadeelde partij verstrekte opgave gesteld op 100 euro. Nu deze gevorderde procedurekosten niet zijn onderbouwd, zal het hof de kosten van het geding - tot aan deze uitspraak - begroten op nihil.
Het hof zal tevens voormeld bedrag toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de meervoudige strafkamer van de rechtbank Assen d.d. 18 maart 2008, is verdachte veroordeeld tot - onder meer - een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld vonnis onherroepelijk geworden op 2 april 2008. De proeftijd is ingegaan op 2 april 2008. De officier van justitie vordert d.d. 16 maart 2010 dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven, dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd, om reden, dat verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan het ten laste gelegde feit.
Nu gebleken is dat verdachte het bewezenverklaarde feit heeft begaan voor het einde van de bij voormeld vonnis gestelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde straf.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 36f, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte van:
zwart bomberjack, zwart shirt, zwart/wit shirt en een paar klompen;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
3 messen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van achthonderd euro;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot op deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van achthonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zestien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de meervoudige kamer te Assen van 18 maart 2008 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier.