ECLI:NL:GHLEE:2010:BO0046

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
11 oktober 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001020-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor diefstal met geweld en vernielingen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 11 oktober 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte, geboren in 1971 en verblijvende in P.I. HvB Ter Apel, was eerder veroordeeld voor diefstal met geweld, bedreiging met geweld en vernielingen. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf opgelegd, en de vorderingen van de benadeelde partijen waren toegewezen, met een schadevergoedingsmaatregel. De verdachte heeft in hoger beroep de veroordeling aangevochten.

Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep gebaseerd op de eerdere zittingen en de vordering van de advocaat-generaal, die een gevangenisstraf van dertig maanden eiste, met schadevergoedingsmaatregelen voor de benadeelde partijen. De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een hond, vernielingen aan woningen en een auto, en geweld tegen de benadeelden. Het hof heeft de feiten als bewezen verklaard, waarbij het geweld en de bedreiging met geweld zijn erkend als onderdeel van de diefstal.

De verdachte is als strafbaar verklaard en de opgelegde straf is gemotiveerd op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd. Het hof heeft bijzondere voorwaarden gesteld aan de straf, waaronder toezicht door de reclassering, om de kans op recidive te verkleinen. De vorderingen van de benadeelde partijen zijn toegewezen, met specifieke bedragen voor schadevergoeding. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van dertig maanden, waarvan een deel voorwaardelijk is.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001020-10
Parketnummer eerste aanleg: 18-670563-09
Arrest van 11 oktober 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Groningen van 5 april 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971] te [geboorteplaats],
thans verblijvende in P.I. HvB Ter Apel te Ter Apel,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. H.W.M. van den Heiligenberg, advocaat te Utrecht.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Groningen heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft een beslissing genomen op de vorderingen van de benadeelde partijen, heeft schadevergoedingsmaatregelen opgelegd en heeft beslissingen genomen ten aanzien van de in beslag genomen zaken, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof :
- het onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren;
- verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden, met aftrek van het voorarrest;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] geheel zal toewijzen, hoofdelijk;
- de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1] zal opleggen voor het bedrag van 800 euro;
- de vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2] geheel zal toewijzen;
- de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2] zal opleggen ten aanzien van het gehele gevorderde bedrag van 1641,11 euro;
- de in beslag genomen kleding zal teruggeven aan verdachte;
- de in beslag genomen messen verbeurd zal verklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Het hof neemt uit het vonnis over de daar vermelde inhoud van de inleidende dagvaarding met de door de eerste rechter toegelaten wijziging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij, op of omstreeks 5 december 2009, te omstreeks 23.00 uur, althans gedurende een tijdstip, bestemd voor de nachtrust in een woning of op een besloten erf waarop een woning stond, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in/uit een woning gelegen aan de [straat] en/of vanaf het besloten erf waarop die woning stond, heeft weggenomen een hond (een Old English Bulldog), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en/of [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s)
- een raam van de achterdeur heeft vernield en/of
- (vervolgens) de woning van die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] is binnengedrongen en/of
- dreigend op die [slachtoffer 1] is afgelopen met een mes in zijn hand en/of
- meerdere stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt en/of
- die [slachtoffer 1] in zijn arm en/of (elders) in het lichaam heeft gestoken en/of
- met een honkbalknuppel de inboedel van de woning van die [benadeelde 1] en [slachtoffer 1] heeft vernield en/of
- een mes op de keel heeft gezet bij die [benadeelde 1] en/of
- die [benadeelde 1] om de nek vast heeft gepakt en/of vast heeft gehouden en/of
- die [benadeelde 1] heeft geslagen en/of geschopt en/of aan haar haren heeft meegesleurd en/of
- tegen die [benadeelde 1] en/of [slachtoffer 1] heeft geschreeuwd: "waar is die hond!";
althans indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, ter zake dat
hij, in of omstreeks 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], opzettelijk en wederrechtelijk (delen van) de inboedel in een aan de [straat] gelegen woning, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
2.
hij, op of omstreeks 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een of meer ramen van een aan de [straat] gelegen woning, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] en/of [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij, op of omstreeks 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een auto, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 5 december 2009, omstreeks 23.00 uur, een tijdstip bestemd voor de nachtrust, in een woning, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, uit een woning gelegen aan de [straat] heeft weggenomen een hond (een Old English Bulldog) toebehorende aan [benadeelde 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] en/of [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader:
- een raam van de achterdeur heeft vernield en
- vervolgens de woning van die [slachtoffer 1] en [benadeelde 1] is binnengedrongen en
- dreigend op die [slachtoffer 1] is afgelopen met een mes in zijn hand en
- meerdere stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gemaakt en
- met een honkbalknuppel de inboedel van de woning van die [benadeelde 1] en [slachtoffer 1] heeft vernield en
- die [benadeelde 1] om de nek vast heeft gepakt en vast heeft gehouden en
- die [benadeelde 1] heeft geslagen en geschopt en aan haar haren heeft meegesleurd en
- tegen die [benadeelde 1] en/of [slachtoffer 1] heeft geschreeuwd: "waar is die hond!";
2.
hij op 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], opzettelijk en wederrechtelijk ramen van een aan de [straat] gelegen woning, toebehorende aan [benadeelde 2], heeft vernield;
3.
hij op 5 december 2009, te [pleegplaats], in de gemeente [pleeggemeente], opzettelijk en wederrechtelijk een auto, toebehorende aan [slachtoffer 2], onbruikbaar heeft gemaakt.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1 primair.
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning door twee of meer verenigde personen;
2.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
3.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, onbruikbaar maken.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 5 december 2009 samen met medeverdachte [medeverdachte] een hond van aangeefster [benadeelde 1] gestolen. Deze hond was eerder van [medeverdachte] geweest. [medeverdachte] wilde de hond met alle geweld terug ondanks een uitspraak van de rechter dat [benadeelde 1] de eigenaresse van de hond was. Door verdachten is veel geweld en bedreiging met geweld gebruikt om deze diefstal te realiseren.
Daarnaast zijn door verdachte de ruiten van de woning van aangevers vernield en is de auto van de moeder van aangeefster [benadeelde 1] total loss geslagen.
Verdachte heeft voor een zeer agressieve vorm van eigenrichting gekozen, daarbij een rechterlijke uitspraak negerend. Door zijn handelen heeft verdachte de eigendomsrechten van aangevers geschonden en heeft hij angst en veel schade bij aangevers veroorzaakt.
Uit het de verdachte betreffende Uittreksel Justiti?le Documentatie d.d. 21 juli 2010 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld terzake vernielingen en andersoortige strafbare feiten.
Op 24 februari 2010 is door de psycholoog dr. F. Luteijn een rapport opgemaakt omtrent de persoon van de verdachte. Luteijn concludeert dat bij verdachte sprake is van overmatig alcoholgebruik en dat daardoor de kans op recidive groot is. Om de kans op recidive te verkleinen, adviseert de psycholoog aan verdachte in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf een verplicht reclasseringstoezicht op te leggen. De reclassering zou er dan voor zorg kunnen dragen dat verdachte hulp krijgt bij het stoppen met zijn alcoholgebruik.
Al het vorenstaande in aanmerking nemende is het hof met de advocaat-generaal van oordeel dat vanuit het oogpunt van normhandhaving en ter vergelding van de door verdachte begane delicten oplegging van een gevangenisstraf van lange duur passend en geboden is. De gevangenisstraf zal deels in voorwaardelijke vorm worden opgelegd om verdachte gedurende een proeftijd van twee jaren onder toezicht van de reclassering te stellen, met name om het alcoholgebruik van verdachte te beteugelen, en daarmee ook om de kans op recidive zo veel mogelijk te verkleinen.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte inhoudelijk niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen in dier voege, dat indien dit bedrag door zijn mededader geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken. In eerste aanleg zijn deze kosten op basis van de door de benadeelde partij verstrekte opgave gesteld op 100 euro. Nu deze gevorderde procedurekosten niet zijn onderbouwd, zal het hof de kosten van het geding - tot aan deze uitspraak - begroten op nihil.
Het hof zal tevens voormeld bedrag toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken, dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd en dat haar vordering in eerste aanleg geheel is toegewezen. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar gehele vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort.
De vordering is van de zijde van verdachte inhoudelijk niet weersproken. Derhalve kan deze worden toegewezen in voege als na te melden.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot op deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Het hof tevens voormeld bedrag toewijzen in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Nu met betrekking tot de in beslag genomen messen geen persoon als rechthebbende kan worden aangewezen, zal het hof met betrekking tot die voorwerpen de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.
Teruggave
Ten aanzien van de onder verdachte in beslag genomen kleding zal het hof gelasten dat deze zal worden teruggegeven aan verdachte.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 57, 310, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden;
beveelt, dat van de gevangenisstraf een gedeelte van twaalf maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde:
dat de veroordeelde zich zal stellen onder toezicht van de Stichting Reclassering Nederland (Verslavingszorg Noord Nederland) en zich zal gedragen naar de aanwijzingen van die instelling;
draagt genoemde instelling op de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde v??r de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave aan verdachte van:
een zwarte muts, een rode trui, een paar sokken, een onderbroek, een beige trui, een paar schoenen en een spijkerbroek;
gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
een broodmes en een vleesmes;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van achthonderd euro;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [benadeelde 1] gemaakt - tot op deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van achthonderd euro ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], [woonplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zestien dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
met dien verstande, dat indien de mededader van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], gevestigd te [vestigingsplaats], tot een bedrag van duizend zeshonderdeenenveertig euro en elf cent;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij [benadeelde 2] gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend zeshonderdeenenveertig euro en elf cent ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], gevestigd te [vestigingsplaats];
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van zesentwintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. W.M. van Schuijlenburg, voorzitter, mr. K. Lahuis en mr. J.A.A.M. van Veen, in tegenwoordigheid van mr. M. Nijhuis als griffier.