ECLI:NL:GHLEE:2010:BN8456
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- H.J. Deuring
- W.F. van Zant
- Rechtspraak.nl
Voorwaardelijke gevangenisstraf voor dierenverwaarlozing na eerdere veroordeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1952, was eerder veroordeeld tot een werkstraf voor het verwaarlozen van zijn dieren. Ondanks deze eerdere veroordeling heeft hij opnieuw zijn dieren, in dit geval vier paarden, de nodige verzorging onthouden. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte opnieuw een werkstraf zou krijgen, maar het hof oordeelde dat deze straf onvoldoende preventieve werking zou hebben. In plaats daarvan werd een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand opgelegd, met een proeftijd van twee jaar.
De zaak kwam aan het licht na een controle door de Algemene Inspectiedienst (AID) op 10 april 2009, waaruit bleek dat de paarden van de verdachte geen droge ligplek hadden en in een smerige omgeving verbleven. De verdachte had verklaard dat hij geen geld had om stro te kopen, wat leidde tot de conclusie dat hij niet in staat was om de nodige zorg voor zijn dieren te bieden. Het hof heeft de eerdere veroordeling in aanmerking genomen en geconcludeerd dat de verdachte, gezien zijn financiële situatie en eerdere waarschuwingen, niet in staat was om zijn dieren adequaat te verzorgen.
Het hof heeft de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke werkstraf gelast, omdat het feit was begaan voor het einde van de proeftijd. De uitspraak van het hof vernietigt het eerdere vonnis en legt de verdachte een gevangenisstraf op, die niet ten uitvoer zal worden gelegd tenzij hij zich voor het einde van de proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit schuldig maakt. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij de voorzitter en twee andere rechters betrokken waren, en is ondertekend door de griffier.