ECLI:NL:GHLEE:2010:BN7974
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van opzettelijk ontrekken van een minderjarige en veroordeling voor het verbergen van een minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Groningen. De verdachte was aangeklaagd voor het opzettelijk ontrekken van een minderjarige aan het gezag, maar het hof sprak hem vrij van deze beschuldiging. De reden hiervoor was dat niet bewezen kon worden dat de verdachte een beslissende invloed had gehad op de beslissing van de minderjarige om zich te onttrekken aan het gezag. De minderjarige had zelf gekozen om weg te gaan, en de verdachte had niet de benodigde invloed uitgeoefend op deze beslissing.
Echter, het hof achtte het wel bewezen dat de verdachte de minderjarige had verborgen en aan de nasporing van de politie had onttrokken. Dit gebeurde in de periode van 14 tot en met 20 oktober 2006. De verdachte had de minderjarige, die zich onttrokken had aan het wettig gezag, bij zich in huis genomen zonder dit te melden aan de bevoegde instanties. De verdachte had bovendien in strijd met de waarheid ontkend op de hoogte te zijn van de verblijfplaats van de minderjarige toen de politie navraag deed.
Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaar, alsook een werkstraf van zestig uur. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf werd afgewezen. Het hof heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. Tevens werd opgemerkt dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure, maar dit had geen invloed op de opgelegde straf.