ECLI:NL:GHLEE:2010:BN7141
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verkrachting en seksueel binnendringen van een onmachtige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 3 september 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Groningen. De verdachte was aangeklaagd voor verkrachting en seksueel binnendringen van een onmachtige vrouw, die een verstandelijke beperking had. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van beide tenlastegelegde feiten. De vrijspraak van verkrachting is gebaseerd op het feit dat het hof niet kon vaststellen of de seksuele handelingen onder dwang zijn verricht. De aangeefster was op de dag van het voorval ziek en gekleed in nachtkleding, en de verdachte had haar woning betreden onder het voorwendsel van colportage. De verklaringen van de aangeefster en de verdachte verschilden aanzienlijk, vooral over de vrijwilligheid van de seksuele handelingen.
Het hof heeft vastgesteld dat de aangeefster onvolkomen in staat was om weerstand te bieden aan de seksuele handelingen, maar het kon niet wettig en overtuigend bewijzen dat de verdachte op de hoogte was van haar beperking. Dit leidde tot de conclusie dat het voor het delict vereiste opzet niet was komen vast te staan. De vordering van de advocaat-generaal om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf en een schadevergoeding aan de benadeelde partij werd afgewezen. De benadeelde partij werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van zowel de primair als subsidiair ten laste gelegde feiten.