Parketnummer: 24-000111-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-880515-09 en 24-001238-09 (tul)
Arrest van 3 september 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 8 januari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1970] te [geboorteplaats],
zonder vaste woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in PI Noord, gevangenis De Marwei te Leeuwarden,
volgens eigen opgave ter terechtzitting zijn postadres hebbende te: [postadres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. B. Klunder, advocaat te Leeuwarden.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf en heeft op een vordering tot tenuitvoerlegging beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ten aanzien van het ten laste gelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 63 dagen, met aftrek van de tijd doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis, en de vordering tot tenuitvoerlegging zal toewijzen.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 9 november 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij het [straat]) heeft weggenomen 4 flacons douchecrème en/of 2 flacons stylinggel en/of 12 flacons deodorant en/of 2 flacons bodycrème, in elk geval een hoeveelheid cosmetica-artikelen, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 9 november 2009 te [plaats] in of bij een winkelpand, gevestigd aan of bij het [straat], opzettelijk 4 flacons douchecrème en/of 2 flacons stylinggel en/of 12 flacons deodorant en/of 2 flacons bodycrème, in elk geval een hoeveekheid cosmatica-artikelen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedijf [bedrijf 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2.
hij op of omstreeks 9 november 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in of uit een winkelpand, gelegen aan of bij het [straat], heeft weggenomen 6 doosjes parfum, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 9 november 2009 te [plaats] in of bij een winkelpand, gelegen aan of bij het [straat], opzettelijk 6 doosjes parfum, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en welk(e) goed(eren) verdachte uit de winkelvoorraad van voornoemde rechthebbende(n) had genomen onder gehoudenheid om, alvorens die winkel te verlaten voornoemd(e) goed(eren) te betalen, in elk geval ter betaling aan te bieden, en aldus dat/die goed(eren) anders dan door misdrijf onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. primair
hij op 9 november 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand (gelegen aan of bij het [straat]) heeft weggenomen 4 flacons douchecrème en 2 flacons stylinggel en 12 flacons deodorant en 2 flacons bodycrème, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 1], terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan;
2. primair
hij op 9 november 2009 te [plaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand, gelegen aan of bij het [straat], heeft weggenomen 6 doosjes parfum, toebehorende aan winkelbedrijf [bedrijf 2], terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1. primair en 2. primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
1. primair en 2. primair, telkens:
diefstal, terwijl tijdens het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf wegens een daaraan soortgelijk misdrijf in kracht van gewijsde is gegaan.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 9 november 2009 tweemaal schuldig gemaakt aan winkeldiefstal, een ergerlijke vorm van criminaliteit die voor winkeliers veel hinder en schade oplevert. Verdachte heeft met zijn handelen inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de desbetreffende winkelbedrijven.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel uit het Justitiële Documentatieregister d.d. 16 augustus 2010 (dat 32 pagina's beslaat) - reeds meermalen is veroordeeld voor vermogensdelicten tot onder meer onvoorwaardelijke gevangenisstraffen. Bovendien liep verdachte nog in een proeftijd, waarbij de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf mede een stok achter de deur moest zijn om geen nieuwe strafbare feiten te plegen. Verdachte heeft zich daarvan klaarblijkelijk niets aangetrokken.
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, zal het hof
- evenals door de politierechter is opgelegd en door de advocaat-generaal is gevorderd - een gevangenisstraf van na te melden duur opleggen, welke straf een passende en noodzakelijke bestraffing is. De duur van de gevangenisstraf is gelijk aan de tijd door verdachte doorgebracht in verzekering en voorlopige hechtenis.
Vordering tot tenuitvoerlegging
Bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden d.d. 10 augustus 2009 is verdachte (onder meer) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren (parketnummer 24-001238-09). Blijkens het onderzoek ter terechtzitting van het hof is voormeld arrest onherroepelijk geworden op 25 augustus 2009. De proeftijd is eveneens ingegaan op 25 augustus 2009.
De officier van justitie heeft op 4 januari 2010 gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde gevangenisstraf, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig heeft gemaakt aan de bewezen verklaarde feiten.
Gebleken is dat verdachte de bewezen verklaarde feiten heeft begaan voor het einde van de gestelde proeftijd.
In beginsel is de vordering derhalve voor toewijzing vatbaar. Het hof zal echter voormelde vordering tot tenuitvoerlegging afwijzen, omdat aan verdachte in een andere - gelijktijdig met de onderhavige zaak behandelde - strafzaak de ISD-maatregel is opgelegd en het karakter van die maatregel zich naar het oordeel van het hof niet verdraagt met de tenuitvoerlegging alsnog van zeven maanden gevangenisstraf. Het hof zal om die reden volstaan met verlenging van de proeftijd met één jaar.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14f, 14g, 43a, 57, 63 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 primair en 2 primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van drieënzestig dagen;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van gevangenisstraf voor de duur van zeven maanden de veroordeelde voorwaardelijk opgelegd bij arrest van het gerechtshof te Leeuwarden van 10 augustus 2009 (parketnummer 24-001238-09);
verlengt de bij dit arrest gestelde proeftijd met één jaar.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. S. Zwerwer, voorzitter, mr. A.J. Rietveld en mr. H. Heins, in tegenwoordigheid van mr. J. Brink als griffier, zijnde mr. S. Zwerwer buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.