Parketnummer: 24-000644-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-675722-09
Arrest van 13 september 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 25 februari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1994] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Pieters, advocaat te Sneek.
Het vonnis waarvan beroep
De kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot straffen, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ten aanzien van feit 1 en 2 zal veroordelen tot een werkstraf van 60 uren subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie waarvan 40 uren voorwaardelijk subsidiair 20 dagen vervangende jeugddetentie met een proeftijd van twee jaren, en een leerstraf in de vorm van het leerproject Tools4U (ongeveer 25 uren).
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 16 juni 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met gebalde vuist) tegen het (linker)oog, dan wel in en/of tegen het gezicht heeft geslagen, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
2.
hij op of omstreeks 17 juni 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de [straat], in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het in en/of tegen het gezicht, dan wel op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam slaan van die [slachtoffer] en/of het tegen de be(e)n(en) en/of (elders) op en/of tegen het lichaam schoppen van die [slachtoffer] en/of het geven van een knietje in de maag van die [slachtoffer] en/of het op/naar de grond gooien/brengen van die [slachtoffer];
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 17 juni 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]) in en/of tegen het gezicht, dan wel op en/of tegen het hoofd en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geslagen en/of tegen de be(e)n(en) en/of (elders) op en/of tegen het lichaam heeft geschopt en/of een knietje in de maag heeft gegeven en/of op/naar de grond heeft gegooid/gebracht, waardoor voornoemde [slachtoffer] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 16 juni 2009 te [plaats], opzettelijk mishandelend een persoon, te weten [slachtoffer], met gebalde vuist tegen het linkeroog heeft geslagen, waardoor deze pijn heeft ondervonden.
2.
hij op 17 juni 2009 te [plaats], met een ander, op de openbare weg, de [straat], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit het in het gezicht slaan van die [slachtoffer] en het tegen de benen schoppen van die [slachtoffer] en het geven van een knietje in de maag van die [slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
2. Openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van en openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer]. Door zijn handelen heeft verdachte pijn bij het slachtoffer veroorzaakt en zijn lichamelijke integriteit aangetast. Bovendien heeft verdachte samen met een ander de openbare orde verstoord.
Het hof heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte - blijkens een hem betreffend Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 6 juli 2010 - niet eerder is veroordeeld ter zake van strafbare feiten. Wel heeft verdachte in 2008 een transactie voldaan wegens vernieling en brandstichting.
Gelet op het voorgaande, in onderling verband en samenhang bezien, is het hof van oordeel dat de - door de advocaat-generaal gevorderde en door de rechter in eerste aanleg opgelegde - onvoorwaardelijke werkstraf in beginsel een passende bestraffing is. Ter zitting van het hof zijn echter enkele gewijzigde persoonlijke omstandigheden van verdachte naar voren gekomen, waaronder met name vrijwillig GGZ-contact en een duidelijk positief effect van medicijngebruik in verband met de bij verdachte vastgestelde ADD. In deze gewijzigde omstandigheden ziet het hof aanleiding om het strafadvies van de Raad van de Kinderbescherming, zoals dit is gegeven in de rapporten d.d. 9 september 2009, 9 februari 2010 en 29 juni 2010, te volgen en deze werkstraf voorwaardelijk op te leggen. Daarnaast zal het hof - gelet op voornoemd advies van de Raad voor de Kinderberscherming - een leerstraf opleggen in de vorm van de korte versie van Tools 4 U.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77gg, 141 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot taakstraf, bestaande uit een combinatie van:
een leerstraf, Tools 4U (8) voor de duur van twintig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de leerstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie voor de duur van tien dagen zal worden toegepast en
een werkstraf, voor de duur van zestig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie voor de duur van dertig dagen zal worden toegepast en met bevel dat de werkstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij een eventuele tenuitvoerlegging van de voormelde werkstraf geheel in mindering zal worden gebracht, berekend naar de maatstaf van twee uren werkstraf per dag.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P.J.M. van den Bergh, voorzitter, mr. A.J. Rietveld en mr. P. Greve, in tegenwoordigheid van mr. M. Zevenhuizen als griffier.