ECLI:NL:GHLEE:2010:BN5512

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
27 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-000425-10
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot alcoholgebruik en onverzekerd rijden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 27 augustus 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1964 en woonachtig te [woonplaats], werd beschuldigd van meerdere overtredingen van de Wegenverkeerswet 1994. De tenlastelegging omvatte het rijden onder invloed van alcohol, het besturen van een voertuig zonder geldig rijbewijs en het rijden met een onverzekerd voertuig. De feiten vonden plaats op 6 maart 2009 in [plaats].

De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot straffen en een bijkomende straf. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand, een werkstraf van 120 uren, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 15 maanden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof achtte de verdachte schuldig aan de hem ten laste gelegde feiten en heeft de bewezenverklaring als volgt geformuleerd: de verdachte bestuurde een voertuig na het gebruik van alcohol, terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, en hij reed zonder verzekering.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en het justitiële verleden van de verdachte. Het hof heeft besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, samen met een werkstraf van 100 uren en een bijkomende werkstraf van 14 uren voor de overtreding van het onverzekerd rijden. De in beslag genomen bestelauto van de verdachte werd verbeurd verklaard. Het hof heeft geen ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd, aangezien de verdachte al niet in het bezit was van een geldig rijbewijs. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van verkeersdeelnemers en de gevolgen van het negeren van verkeersveiligheid.

Uitspraak

Parketnummer: 24-000425-10
Parketnummer eerste aanleg: 17-754230-09
Arrest van 27 augustus 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Leeuwarden van 9 februari 2010 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1964] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon.
Het vonnis waarvan beroep
De politierechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven en een overtreding veroordeeld tot straffen en een bijkomende straf, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde misdrijven zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, met een proeftijd van 2 jaren, een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis, en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 15 maanden. De advocaat-generaal heeft voorts gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder 3 ten laste gelegde overtreding zal veroordelen tot hechtenis voor de duur van 1 week. Ten slotte heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof de in beslag genomen bestelauto zal verbeurdverklaren.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 6 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (bestelauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 940 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2.
hij op of omstreeks 6 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B en/of E, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, [straat], als bestuurder een motorrijtuig (bestelauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
3.
hij op of omstreeks 06 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een motorrijtuig (bestelauto), gekentekend [kenteken], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat], zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motor-rijtuigen was gesloten en in stand gehouden.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 6 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een voertuig, (bestelauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 940 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
2.
hij op 6 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten B en E, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, [straat], als bestuurder een motorrijtuig (bestelauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd;
3.
hij op 06 maart 2009 te [plaats], in de gemeente [gemeente], als bestuurder van een motorrijtuig (bestelauto), gekentekend [kenteken], daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de [straat], zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994;
onder 2:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
en de overtreding:
onder 3:
als bestuurder van een motorrijtuig daarmede op een weg rijden zonder dat er voor dat motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheids-verzekering motorrijtuigen is gesloten en in stand gehouden.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 6 maart 2009 schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994 door een auto te besturen terwijl hij (veel) meer alcohol had genuttigd dan voor de bestuurder van een voertuig is toegestaan. Daarnaast was verdachte niet in het bezit van een geldig rijbewijs en was de auto waarin hij reed niet verzekerd. Door aldus te handelen heeft verdachte de verkeersveiligheid in gevaar gebracht en zijn verantwoordelijkheid als verkeersdeelnemer veronachtzaamd.
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit de justiti?le documentatie d.d. 26 mei 2010, waaruit blijkt dat verdachte reeds meer-malen ter zake van soortgelijke feiten is veroordeeld. Het hof houdt voorts rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan ter zitting van het hof is gebleken.
De ernst van de bewezen verklaarde misdrijven, in samenhang bezien met verdachtes justiti?le verleden, rechtvaardigen in beginsel de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Het hof acht het echter niet in het belang van de samenleving als verdachte zijn baan kwijtraakt. Gelet hierop zal worden volstaan met oplegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur en een werkstraf van na te melden omvang. Verder zal de in beslag genomen bestelauto worden verbeurdverklaard en zal ter zake van de bewezen verklaarde overtreding een werkstraf in plaats van de gevorderde hechtenis worden opgelegd. Een ontzegging van de rijbevoegdheid wordt niet nodig geacht, nu verdachte niet in het bezit is van een geldig rijbewijs en derhalve ook zonder ontzegging niet mag rijden.
Verbeurdverklaring
De door het hof verbeurd te verklaren auto is daarvoor vatbaar. De bewezen verklaarde feiten zijn immers met behulp van deze auto begaan, terwijl uit het onderzoek ter terechtzitting van het hof is gebleken dat de auto toebehoort aan verdachte. Het hof heeft rekening gehouden met de draagkracht van verdachte zoals daarvan ter zitting van het hof is gebleken.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 57, 62 en 63 van het Wetboek van Strafrecht, artikel 30 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motor-rijtuigen en de artikelen 8, 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] ter zake van de onder 1 en 2 bewezen verklaarde misdrijven tot gevangenisstraf voor de duur van ??n maand;
beveelt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond, dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
veroordeelt verdachte ter zake van deze feiten tevens tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van honderd uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van vijftig dagen zal worden toegepast;
veroordeelt verdachte voornoemd ter zake van de onder 3 bewezen verklaarde over-treding tot taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van veertien uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis voor de duur van zeven dagen zal worden toegepast;
verklaart verbeurd:
- een bestelauto, [kenteken], Seat Inca, kleur groen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H. Heins, voorzitter, mr. O. Anjewierden en mr. G.M. Meijer-Campfens, in tegenwoordigheid van mr. E. Hoekstra als griffier.