Parketnummer: 24-003147-09
Parketnummers eerste aanleg: 17-880223-09, 17-676071-07 (tul) en 17-682012-08 (tul)
Arrest van 26 augustus 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Leeuwarden
van 24 november 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1990] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
preventief gedetineerd in Zwolle PPC te Zwolle,
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.P. Maris,
advocaat te Zwolle.
Het vonnis waarvan beroep
De rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens misdrijven veroordeeld tot een straf, heeft maatregelen opgelegd en heeft op de vorderingen van de benadeelde partijen en op vorderingen tot tenuitvoerleggingen beslist, zoals in dat vonnis omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 12 augustus 2010, alsmede op het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof verdachte ter zake van de onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] telkens hoofdelijk zal toewijzen tot € 1.000,=, telkens een schadevergoedingsmaatregel zal opleggen en de tenuitvoerlegging zal gelasten van de 3 weken jeugddetentie en de 90 dagen jeugddetentie, de veroordeelde telkens voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van respectievelijk de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden op 13 december 2007 en de rechtbank Leeuwarden op 31 juli 2008.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij op of omstreeks 23 mei 2009, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe?igening in/uit een woning, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, heeft weggenomen een spelcomputer (playstation) en/of een aantal computerspellen en/of een tas en/of handschoenen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die goederen/geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (onder meer) hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens opzettelijk gewelddadig en/of dreigend)
- de woning (te weten perceel de [adres]) is/zijn binnen gegaan en/of
heeft/hebben betreden, zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) hun/zijn
hoofd(en) en/of gezicht(en) (geheel en/of gedeeltelijk) had(den) bedekt met (een)
bivakmuts(en) en/of een capuchon(s), althans met (een) voorwerp(en) en/of
(vervolgens)
- zich aan die [benadeelde 1] hebben/heeft vertoond terwijl verdachte en/of zijn
mededader(s), zichtbaar voor die [benadeelde 1], een pistool, althans een vuurwapen,
althans een op een pistool/vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft vastgehouden
en/of (vervolgens)
- dat pistool/vuurwapen/voorwerp hebben/heeft gericht op (het hoofd en/of het lichaam
van) die [benadeelde 1] en/of
- die [benadeelde 1] hebben/heeft bevolen/gedwongen (op de vloer) te gaan liggen en/of
(vervolgens) die [benadeelde 1] hebben/heeft vastgepakt en richting de kamer, althans een
vertrek, hebben/heeft geduwd en/of
- tegen die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] hebben/heeft gezegd dat ze moesten blijven
liggen en/of hun handen omhoog moesten houden en/of die handen zichtbaar moesten
houden,
(en/aldus voor die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 2] een (zeer) dreigende situatie
heeft doen ontstaan);
2.
hij op of omstreeks 23 mei 2009, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, in een woning (te weten perceel de [adres]), opzettelijk een persoon genaamd [benadeelde 1] en/of een persoon genaamd [benadeelde 2], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk (onder meer) die [benadeelde 1] een pistool en/of een vuurwapen, althans een op een pistool en/of een vuurwapen gelijkend voorwerp getoond, in elk geval zichtbaar voor die [benadeelde 1] aanwezig gehad en/of dat pistool en/of dat vuurwapen, althans dat op een pistool en/of een vuurwapen gelijkend voorwerp, dreigend gericht op (het hoofd en/of het lichaam van) die [benadeelde 1] en/of die [benadeelde 1] hebben/heeft bevolen/gedwongen (op de vloer) te gaan liggen en/of (vervolgens) die [benadeelde 1] hebben/heeft vastgepakt en richting de kamer, althans een vertrek, hebben/heeft geduwd en/of tegen die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] hebben/heeft gezegd dat ze moesten blijven liggen en/of hun handen omhoog moesten houden en/of die handen zichtbaar moesten houden en/of (aldus) die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] gedurende enige (langere) tijd in een kamer (van die woning aan of bij de [straat]) opgesloten en/of/aldus die [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] belet zich vrijelijk te bewegen en/of vrijelijk voornoemde woning te verlaten;
3.
hij op of omstreeks 14 maart 2009, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een bestelbus/auto (voorzien van het kenteken 28-VJX-9) heeft weggenomen een (Tomtom) navigatiesysteem en/of een tas (inhoudende ondermeer een mobiele telefoon en/of een agenda en/of digitale camera), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
Subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij in of omstreeks de periode van 14 maart 2009 tot en met 11 mei 2009, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een (Tomtom) navigatiesysteem heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van dat (Tomtom) navigatiesysteem wist, althans redelijker had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof.
Vrijspraak
Het hof acht niet bewezen hetgeen onder 3 primair aan verdachte is ten laste gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht bewezen dat:
1.
hij op 23 mei 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente] tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe?igening in een woning, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd, heeft weggenomen een spelcomputer (playstation) en computerspellen en een tas en handschoenen, toebehorende aan [slachtoffer 1], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen
[benadeelde 1] en [benadeelde 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat een van verdachtes mededaders
- de woning te weten perceel de [adres] is binnen gegaan en heeft betreden, zulks
terwijl hij zijn hoofd en gezicht had bedekt met een bivakmuts en
- zich aan die [benadeelde 1] heeft vertoond terwijl hij zichtbaar voor die [benadeelde 1]
een op een pistool gelijkend voorwerp heeft vastgehouden en
- dat voorwerp heeft gericht op het hoofd en het lichaam van die [benadeelde 1] en
- die [benadeelde 1] heeft bevolen op de vloer te gaan liggen en vervolgens die
[benadeelde 1] heeft vastgepakt en richting de kamer heeft geduwd en
- tegen die [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft gezegd dat ze moesten blijven
liggen en hun handen omhoog moesten houden en die handen zichtbaar moesten
houden.
2.
hij op 23 mei 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met anderen, in een woning te weten perceel de [adres], opzettelijk een persoon genaamd [benadeelde 1] en een persoon genaamd [benadeelde 2], wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met zijn mededaders, opzettelijk en wederrechtelijk die [benadeelde 1] een op een pistool gelijkend voorwerp getoond, en dat op een pistool gelijkend voorwerp dreigend gericht op het hoofd en het lichaam van die [benadeelde 1] en die [benadeelde 1] bevolen op de vloer te gaan liggen en vervolgens die [benadeelde 1] vastgepakt en richting de kamer geduwd en tegen die
[benadeelde 1] en [benadeelde 2] gezegd dat ze moesten blijven liggen en hun handen omhoog moesten houden en die handen zichtbaar moesten houden en aldus die [benadeelde 1] en [benadeelde 2] belet zich vrijelijk te bewegen en vrijelijk voornoemde woning te verlaten;
3 subsidiair:
hij in de periode van 14 maart 2009 tot en met 11 mei 2009, te [plaats], in de gemeente [gemeente], een Tomtom navigatiesysteem voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dat Tomtom navigatiesysteem wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder 1, 2 en 3 subsidiair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op de misdrijven:
onder 1:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
onder 2:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, meermalen gepleegd;
onder 3 subsidiair:
opzetheling.
Strafbaarheid
Omtrent verdachte is door H. Venema, psychiater, vast gerechtelijk deskundige, op
20 juli 2009 een psychiatrisch rapport uitgebracht. Dat rapport houdt als conclusie onder meer in dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde verdachte in licht verminderde mate kan
worden toegerekend.
Omtrent verdachte is door A.J. de Jong, gz-psycholoog, onder verband van de door hem op 20 juli 2009 ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde belofte, op 29 juli 2009 een psychologisch rapport uitgebracht. Dat rapport houdt als conclusie onder meer in dat het onder 1 en 2 ten laste gelegde verdachte in licht verminderde mate kan worden toegerekend.
Het hof verenigt zich met voormelde conclusies en maakt die tot de zijne.
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
In de periode van 14 maart 2009 tot en met 11 mei 2009 heeft verdachte een Tomtom navigatiesysteem geheeld. Door het plegen van dit feit heeft verdachte een afzetmogelijkheid voor door misdrijf verkregen voorwerpen geschapen, hetgeen het plegen van strafbare feiten pleegt te bevorderen.
Op 23 mei 2009 in de nachtelijke uren is verdachte samen met zijn mededaders [mededader 1], [mededader 2] en[mededader 3] naar een wooncomplex aan de [straat] in [plaats] gegaan. Zij hadden de bedoeling om aldaar in de woning van [slachtoffer 1] in te breken en daaruit geld en drugs weg te nemen. Dat wooncomplex bestond uit twee aangrenzende woningen met een gezamenlijke toegangsdeur, hal, keuken, douche en toilet. De ene woning werd bewoond door [slachtoffer 1] voornoemd en de andere woning door [benadeelde 1]. Bij aankomst bij dat wooncomplex bleek hen dat [slachtoffer 1] niet thuis was, maar dat de bewoner van de aangrenzende woning wel thuis was. [mededader 1] heeft daarop aangebeld bij de woning van [benadeelde 1]. Toen [benadeelde 1] de deur opende, is [mededader 1] met een bivakmuts op en onder het tonen van een op een pistool gelijkend voorwerp (een gaspistool) die woning binnengegaan. In die woning heeft hij dat gaspistool zichtbaar voor [benadeelde 1] vastgehouden en op het hoofd en het lichaam van [benadeelde 1] gericht. Hij heeft [benadeelde 1] bevolen op de vloer te gaan liggen. Nadat [benadeelde 1] aan dat bevel had voldaan heeft [mededader 1] zijn mededaders -waaronder verdachte- naar binnen geroepen, waarna door één of meer van hen de afgesloten deur van de woning van [slachtoffer 1] werd opengetrapt. In de woning van [slachtoffer 1] is verdachte vervolgens samen met [mededader 2] en [mededader 3] op zoek gegaan naar drugs en geld. Toen zij die goederen niet in de woning aantroffen, hebben zij een playstation, computerspellen, een tas en handschoenen weggenomen. Terwijl verdachte samen met [mededader 2] en [mededader 3] de woning van [slachtoffer 1] doorzocht, heeft [mededader 1] de op de grond liggende [benadeelde 1] vastgepakt en hem naar diens slaapkamer geduwd. In die slaapkamer lag [benadeelde 2], de vriendin van [benadeelde 1], te luisteren naar de gebeurtenissen in de hal. [benadeelde 1] is naast [benadeelde 2] in bed gaan liggen. [mededader 1] heeft tegen [benadeelde 1] en [benadeelde 2] gezegd dat zij moesten blijven liggen en dat zij hun handen voor hem zichtbaar omhoog moesten houden. Na ongeveer tien minuten verlieten de vier verdachten met medeneming van de goederen van [slachtoffer 1] de woning, daarbij [benadeelde 1] en [benadeelde 2] in angstige toestand achterlatend.
Door aldus te handelen hebben verdachte en zijn mededaders niet alleen gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd ingebroken in de woning van [slachtoffer 1] en daaruit goederen weggenomen, maar hebben zij voorafgaande aan en tijdens die diefstal ook [benadeelde 1] en [benadeelde 2] bedreigd met geweld en [benadeelde 1] en [benadeelde 2] van hun vrijheid beroofd en beroofd gehouden. Hierdoor hebben verdachte en zijn mededaders inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van [slachtoffer 1] en de lichamelijke integriteit en bewegingsvrijheid van [benadeelde 1] en [benadeelde 2] ernstig geschonden, waarbij zij geen enkel respect hebben getoond voor de gevoelens van [benadeelde 1] en [benadeelde 2].
Uit het verdachte betreffende Uittreksel Justiti?le Documentatie d.d. 23 juni 2010 blijkt dat verdachte vóór 14 maart 2009 meermalen ter zake van het plegen van strafbare feiten, waaronder tweemaal ter zake van gekwalificeerde diefstallen en een poging tot gekwalificeerde diefstal is veroordeeld. Bovendien blijkt uit dat uittreksel dat eenmaal de tenuitvoerlegging is gelast van een voorwaardelijk opgelegde straf en dat de bewezen verklaarde feiten zijn gepleegd tijdens twee proeftijden verbonden aan twee eerdere veroordelingen. Desondanks heeft een en ander verdachte er niet van kunnen weerhouden de hiervoor bewezen verklaarde feiten te begaan.
Uit het omtrent verdachte door de Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) uitgebrachte voorlichtingsrapport d.d. 25 augustus 2009 blijkt het volgende. Verdachte is op 13-jarige leeftijd voor de eerste keer veroordeeld wegens diefstal. Daarna is hij meermalen veroordeeld. Het leverde hem werkstraffen, een leerstraf, toezicht jeugdreclassering en een geldboete op. Nadat verdachte recidiveerde werd hij op 13 maart 2008 uit de voorlopige hechtenis geschorst, met als bijzondere voorwaarden een toezicht van de jeugdreclassering (Intensieve Traject Begeleiding, ITB harde kern, een training door Accare (instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie)) en een elektronisch toezicht. Nog voor het ITB programma kon starten, recidiveerde verdachte. Verdachte heeft vanaf 10 maart 2008 de status van veelpleger. Volgens de uitgevoerde Risc is er een hoge kans op recidive.
Ter zitting heeft het hof de indruk gekregen dat verdachte niet dan wel onvoldoende doordrongen is van de ernst van de door hem gepleegde strafbare feiten en de gevolgen die deze feiten voor [benadeelde 1] en [benadeelde 2] hebben gehad en mogelijk nog kunnen hebben.
Op grond van het vorenstaande en mede in aanmerking nemende de landelijk gehanteerde oriëntatiepunten voor straftoemeting "Art. 310-312 Sr diefstallen", acht het hof de oplegging van de door de advocaat-generaal gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden in beginsel passend.
Hier staat het volgende tegenover.
Ter zitting van het hof d.d. 12 augustus 2010 heeft verdachte aangegeven dat hij inmiddels inziet dat hij in verband met zijn middelengebruik en persoonlijkheids-problematiek behandeld dient te worden. Daartoe heeft hij op eigen initiatief - naar zijn zeggen - binnenkort een intakegesprek bij de Breegweestee te Eelde. Voorts heeft verdachte aangegeven dat hij geen drugs meer gebruikt en inmiddels gebruik mag maken van detentieverlof. Het lijkt er derhalve op dat verdachte enig inzicht heeft gekregen in zijn penibele situatie en dat hij beseft dat hij niet op de oude voet kan doorgaan en hulp nodig heeft.
De onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten kunnen de verdachte in licht verminderde mate worden toegerekend.
Alles afwegende, is het hof van oordeel, dat niet kan worden volstaan met oplegging van een lagere straf dan de door de rechtbank opgelegde onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat zijn vordering in eerste aanleg deels is toegewezen en dat hij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van zijn in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort, voor zover die vordering in eerste aanleg is toegewezen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 1.000,= (immateriële schade).
Vaststaat dat door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten de benadeelde partij schade heeft geleden, waarvoor verdachte jegens genoemd slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Naar het oordeel van het hof is komen vast te staan dat de benadeelde partij de door de rechtbank toegewezen immateriële schade ad € 1.000,= heeft geleden. Verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij niet bestreden. De vordering van de benadeelde partij behoort derhalve te worden toegewezen tot voormeld bedrag, met oplegging van een schadevergoedingsmaatregel, nu het hof die maatregel gewenst voorkomt, een en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
De gevorderde wettelijke rente is eveneens voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
Gebleken is dat de benadeelde partij zich in het geding in eerste aanleg heeft gevoegd, dat haar vordering in eerste aanleg deels is toegewezen en dat zij zich in het geding in hoger beroep niet opnieuw heeft gevoegd. Derhalve duurt de voeging ter zake van haar in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding in het geding in hoger beroep voort, voor zover die vordering in eerste aanleg is toegewezen. De rechtbank heeft de vordering van de benadeelde partij toegewezen tot een bedrag van € 1.000,= (immateriële schade).
Vaststaat dat door de onder 1 en 2 bewezen verklaarde feiten de benadeelde partij schade heeft geleden, waarvoor verdachte jegens genoemd slachtoffer naar burgerlijk recht aansprakelijk is. Naar het oordeel van het hof is komen vast te staan dat de benadeelde partij de door de rechtbank toegewezen immateriële schade ad € 1.000,= heeft geleden. Verdachte heeft de vordering van de benadeelde partij niet bestreden. De vordering van de benadeelde partij behoort derhalve te worden toegewezen tot voormeld bedrag, met oplegging van een schadevergoedingsmaatregel, nu het hof die maatregel gewenst voorkomt, een en ander in dier voege, dat indien dit bedrag door één of meer van de mededaders geheel of gedeeltelijk is of wordt betaald, de verdachte in zoverre is of zal zijn bevrijd.
De gevorderde wettelijke rente is eveneens voor toewijzing vatbaar.
Gelet op het vorenstaande dient verdachte, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot aan deze uitspraak begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden d.d. 13 december 2007 is verdachte veroordeeld tot onder meer jeugddetentie voor de duur van 3 weken voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Gebleken is dat voormeld vonnis op
28 december 2007 onherroepelijk is geworden en dat op diezelfde dag de proeftijd is ingegaan.
De officier van justitie heeft bij zijn op 7 augustus 2009 ingediende vordering gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde jeugddetentie, omdat verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een of meer strafbare feiten, zoals ten laste gelegd in de dagvaarding met parketnummer
880223-09 (de thans bewezen verklaarde feiten).
Nu gebleken is dat verdachte de hiervoor bewezen verklaarde feiten heeft begaan voor het einde van voormelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde jeugddetentie, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden ten uit voer gelegd.
Tenuitvoerlegging
Bij vonnis van de rechtbank Leeuwarden d.d. 31 juli 2008 is verdachte veroordeeld tot onder meer jeugddetentie voor de duur van 205 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. Gebleken is dat voormeld vonnis op 15 augustus 2008 onherroepelijk is geworden en dat op diezelfde dag de proeftijd is ingegaan.
De officier van justitie heeft bij zijn op 7 augustus 2009 ingediende vordering gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van voormelde jeugddetentie, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden ten uit voer gelegd, omdat verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd heeft schuldig gemaakt aan een of meer strafbare feiten, zoals ten laste gelegd in de dagvaarding met parketnummer 880223-09 (de thans bewezen verklaarde feiten).
Nu gebleken is dat verdachte de hiervoor bewezen verklaarde feiten heeft begaan voor het einde van voormelde proeftijd, zal het hof op grond van het vorenstaande de tenuitvoerlegging gelasten van voormelde jeugddetentie, ten aanzien waarvan bij voormeld vonnis bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden ten uit voer gelegd.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 47, 57, 63, 77dd, 282, 310, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder 3 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart het verdachte onder 1, 2 en 3 subsidiair ten laste gelegde bewezen, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart deze feiten en verdachte strafbaar;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot gevangenisstraf voor de duur van tweeëndertig maanden;
beveelt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering wordt gebracht;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van duizend euro, vermeerderd met het bedrag van de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend euro, vermeerderd met het bedrag van de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 1], wonende te [woonplaats], met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde of één of meer van zijn mededaders heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde of één of meer van zijn mededaders aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
wijst toe de vordering van de benadeelde partij, [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], tot een bedrag van duizend euro, vermeerderd met het bedrag van de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, met dien verstande, dat indien één of meer van de mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
veroordeelt verdachte in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt - tot aan deze uitspraak begroot op nihil - en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan verdachte tevens de verplichting op tot betaling aan de Staat van duizend euro, vermeerderd met het bedrag van de wettelijke rente, te rekenen vanaf de dag waarop de schade is ontstaan, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], wonende te [woonplaats], met dien verstande, dat indien één of meer mededaders van veroordeelde dit bedrag of een gedeelte daarvan heeft betaald, de veroordeelde in zoverre is of zal zijn bevrijd;
beveelt dat vervangende hechtenis voor de duur van twintig dagen zal worden toegepast, indien noch volledige betaling noch volledig verhaal van het verschuldigde bedrag volgt;
bepaalt dat indien veroordeelde of één of meer van zijn mededaders heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van bovenvermeld bedrag, de verplichting om te voldoen aan de vordering van de benadeelde partij komt te vervallen, alsmede dat, indien veroordeelde of één of meer van zijn mededaders aan de vordering van de benadeelde partij heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de Staat komt te vervallen;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 13 december 2007 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
jeugddetentie voor de duur van drie weken ;
gelast de tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij vonnis van de rechtbank Leeuwarden van 31 juli 2008 voorwaardelijk opgelegde straf, te weten:
jeugddetentie voor de duur van negentig dagen.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. P. Koolschijn, voorzitter, mr. W. Foppen en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van G. Boersma als griffier, zijnde mr. P. Koolschijn en de griffier voornoemd buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.