ECLI:NL:GHLEE:2010:BN2824

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
28 juli 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-003264-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van een fiets door twee of meer verenigde personen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 28 juli 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1992, werd beschuldigd van diefstal van een fiets, gepleegd op 1 maart 2009. De kinderrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een straf, waartegen de verdachte in hoger beroep ging. Tijdens de zitting in hoger beroep werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De verdachte ontkende de diefstal en stelde dat zijn medeverdachte de fiets had gestolen. Echter, getuigenverklaringen wezen in de richting van de verdachte, die samen met zijn medeverdachte werd gezien met de gestolen fiets. Het hof oordeelde dat de verklaringen van de getuigen betrouwbaar waren en dat er voldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en legde een werkstraf op van 32 uren, met de mogelijkheid van vervangende jeugddetentie van 16 dagen indien de werkstraf niet naar behoren werd verricht. Het hof hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn blanco strafblad. De uitspraak benadrukt de ernst van de diefstal en de inbreuk op het eigendomsrecht van de eigenaar van de fiets.

Uitspraak

Parketnummer: 24-003264-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-675193-09
Arrest van 28 juli 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 3 december 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1992] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.A. Scholtmeijer, advocaat te Heerenveen.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake het primair ten laste gelegde zal veroordelen tot een werkstraf voor de duur van 32 uren, subsidiair 16 dagen jeugddetentie.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 1 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeeigening heeft weggenomen een fiets (mountainbike, merk Giant, kleur zwart), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 1 maart 2009 te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], in elk geval in Nederland, een fiets (mountainbike, merk Giant, kleur zwart) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die fiets wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Overweging met betrekking tot het bewijs
Aan verdachte is primair ten laste gelegd dat hij zich op 1 maart 2009 samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan diefstal van een fiets. Verdachte ontkent dat hij de fiets heeft gestolen en heeft verklaard dat medeverdachte [naam] dit heeft gedaan. De raadsman van verdachte heeft aangevoerd dat verdachte vrijgesproken dient te worden van het hem ten laste gelegde wegens het ontbreken van overtuigend bewijs.
Het hof overweegt hieromtrent het navolgende.
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat hij op 1 maart 2009 nabij jongerencentrum '[naam] te [plaats] twee jongens zag, waaronder verdachte, waarvan er één een fiets bij zich had. Deze verklaring wordt op dit onderdeel ondersteund door de verklaring van medeverdachte [naam] dat hij op 1 maart 2009 samen met verdachte langs jongerencentrum '[naam] liep en dat ze één fiets bij zich hadden. [getuige 1] heeft tevens verklaard dat hij enig moment later zag dat beide jongens hard wegliepen, echter nu beiden met een fiets aan de hand. Aangever Bron heeft verklaard dat hij vernam dat zijn fiets, eerder neergezet bij '[naam], weg was.
Getuige [getuige 2] - die door [getuige 1] gealarmeerd werd en op zijn fiets achter de jongens is aangegaan - heeft verklaard dat hij in de nabije omgeving van '[naam] op een gegeven moment een jongen van een fiets zag springen en een andere jongen er op een fiets vandoor zag gaan. [getuige 2] heeft de jongen die van de fiets is gesprongen, verdachte, vervolgens aangehouden.
De verklaring van verdachte dat hij samen met medeverdachte [naam] te voet richting '[naam] is gegaan en dat [naam] aldaar een fiets heeft gestolen en er rennend van door ging, acht het hof derhalve niet aannemelijk geworden.
Gelet op bovenstaande verklaringen, in samenhang bezien met de verklaring van verdachte afgelegd bij de politie: "Het was de bedoeling om met een gestolen fiets naar huis te gaan zodat we niet hoefden te lopen", acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Van enige onbetrouwbaarheid van de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] - zoals door verdachte ter terechtzitting van het hof is betoogd - is het hof niet gebleken noch door de verdediging aannemelijk gemaakt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 1 maart 2009 te [plaats], tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechterlijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (mountainbike, merk Giant, kleur zwart), toebehorende aan [slachtoffer].
Het hof acht niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op het misdrijf:
diefstal door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid
Het hof acht verdachte strafbaar. Strafuitsluitingsgronden worden niet aanwezig geacht.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de aard en ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon van verdachte. Daarbij heeft het hof in het bijzonder het navolgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich op 1 maart 2009 samen met zijn vriend schuldig gemaakt aan het stelen van een fiets. Verdachte heeft door aldus te handelen, kennelijk uit gemakzucht, inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van de eigenaar van de fiets, [slachtoffer].
Het hof houdt bij de strafoplegging rekening met een verdachte betreffend uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 12 april 2010, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor strafbare feiten is veroordeeld.
Voorts houdt het hof bij de strafoplegging rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze ter terechtzitting door hem, zijn moeder en zijn raadsman naar voren zijn gebracht.
Gelet op het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht het hof de door de kinderrechter opgelegde en door de advocaat-generaal gevorderde werkstraf passend.
Toepassing van wetsartikelen
Het hof heeft gelet op de artikelen 77a, 77g, 77m, 77n en 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder primair ten laste gelegde bewezen en kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart dit feit en verdachte strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte als voormeld onder primair meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte [verdachte] tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf, voor de duur van tweeëndertig uren, met bevel voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende jeugddetentie voor de duur van zestien dagen zal worden toegepast.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. J.H. Bosch, voorzitter, mr. H.J. Deuring en mr. A.J. Rietveld, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier.