ECLI:NL:GHLEE:2010:BN2042
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Bosch
- J. Groot
- M. Schipmölder
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de teruggeleiding van een minderjarige naar de Verenigde Staten in het kader van het Haagse Verdrag inzake de burgerrechtelijke aspecten van internationale ontvoering van kinderen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 24 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep over de teruggeleiding van een minderjarige naar de Verenigde Staten. De Centrale Autoriteit, vertegenwoordigd door J.A. Krab, had in eerste aanleg verzocht om de teruggeleiding van de minderjarige [kind], geboren in 2009, naar de VS. De rechtbank Assen had dit verzoek op 29 april 2010 afgewezen. In hoger beroep heeft de Centrale Autoriteit, mede namens de vader, verzocht om vernietiging van de eerdere beschikking en toewijzing van de teruggeleiding.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder, [naam moeder], en de vader, [naam vader], beiden een rol hebben gespeeld in de beslissing om naar Nederland te verhuizen. De vader heeft in de periode voorafgaand aan de geboorte van [kind] verschillende stappen ondernomen om zich in Nederland te vestigen, maar heeft uiteindelijk zijn gewone verblijfplaats in de VS behouden. Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende grond is om de teruggeleiding van [kind] te gelasten, aangezien de moeder en het kind een sterke maatschappelijke band met Nederland hebben opgebouwd.
De beslissing van het hof houdt in dat de beschikking van de rechtbank Assen wordt bekrachtigd, en dat de proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het hof heeft benadrukt dat de intenties van de ouders met betrekking tot hun verblijf in Nederland niet voldoende duidelijk zijn geweest, wat heeft geleid tot de huidige situatie. De uitspraak is van belang voor de toepassing van het Haagse Verdrag en de bescherming van de rechten van kinderen in internationale geschillen.