ECLI:NL:GHLEE:2010:BN0280
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- A.J. Rietveld
- S.H. Wachter
- J.A. Wiarda
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in hoger beroep wegens voordeel trekken uit misdrijf verkregen uitkering
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 22 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Almelo. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk voordeel trekken uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed, specifiek een uitkering die door valsheid in geschrift was verkregen door zijn toenmalige partner. De verdachte ontkende dat hij voordeel had getrokken uit deze uitkering en stelde dat hij niet samenwoonde met de medeverdachte in de ten laste gelegde periode.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en de medeverdachte in de ten laste gelegde periode samenwoonden en dat de medeverdachte een door valsheid in geschrift verkregen uitkering ontving. Echter, na beoordeling van het bewijs, waaronder bankafschriften, concludeerde het hof dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte voordeel had getrokken uit de uitkeringsgelden van de medeverdachte. Het hof merkte op dat de uitgaven die door de medeverdachte waren gedaan niet konden worden gekoppeld aan voordeel voor de verdachte.
De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een werkstraf en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde gevangenisstraf. Het hof heeft echter het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten. De vordering tot tenuitvoerlegging werd eveneens afgewezen. Dit arrest is gewezen na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden, die eerder het arrest van het gerechtshof te Arnhem had vernietigd en de zaak had terugverwezen voor herbehandeling.