ECLI:NL:GHLEE:2010:BM7082
Gerechtshof Leeuwarden
- Hoger beroep
- H.J. Deuring
- A.J. Rietveld
- J. Slijper-Kuijper
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van minderjarige verdachte voor medeplegen van vernielingen en openlijk geweld
In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden. De minderjarige verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor het medeplegen van vernielingen en openlijk in vereniging geweld plegen. De verdachte, geboren in 1991, heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Hij verklaarde aanwezig te zijn geweest bij de vernielingen die zijn achterneef op 7 december 2008 pleegde, maar dat hij niet heeft deelgenomen aan deze daden. De verdachte heeft geprobeerd zijn achterneef te beletten om vernielingen te plegen, omdat deze onder invloed van alcohol was.
Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is gebleken dat de verdachte zelf enige actieve gewelddadige handeling heeft verricht. De bijdrage van de verdachte aan de vernielingen, gepleegd door zijn achterneef, was niet meer dan louter aanwezig zijn. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad is enkel aanwezig zijn bij geweld niet voldoende voor een bewezenverklaring van medeplegen of openlijk geweld. Daarom heeft het hof, in overeenstemming met de advocaat-generaal en de raadsvrouw, geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde, en heeft de verdachte vrijgesproken.
De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. H.J. Deuring als voorzitter fungeerde, bijgestaan door mr. A.J. Rietveld en mr. J. Slijper-Kuijper. De griffier van het hof was mr. L.W. van Campen. Mr. Slijper-Kuijper was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.