ECLI:NL:GHLEE:2010:BM7082

Gerechtshof Leeuwarden

Datum uitspraak
4 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
24-001145-09
Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van minderjarige verdachte voor medeplegen van vernielingen en openlijk geweld

In deze zaak heeft het Gerechtshof Leeuwarden op 4 juni 2010 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden. De minderjarige verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor het medeplegen van vernielingen en openlijk in vereniging geweld plegen. De verdachte, geboren in 1991, heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Hij verklaarde aanwezig te zijn geweest bij de vernielingen die zijn achterneef op 7 december 2008 pleegde, maar dat hij niet heeft deelgenomen aan deze daden. De verdachte heeft geprobeerd zijn achterneef te beletten om vernielingen te plegen, omdat deze onder invloed van alcohol was.

Het hof heeft het vonnis van de kinderrechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. Het hof oordeelde dat uit het strafdossier en het verhandelde ter terechtzitting niet is gebleken dat de verdachte zelf enige actieve gewelddadige handeling heeft verricht. De bijdrage van de verdachte aan de vernielingen, gepleegd door zijn achterneef, was niet meer dan louter aanwezig zijn. Volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad is enkel aanwezig zijn bij geweld niet voldoende voor een bewezenverklaring van medeplegen of openlijk geweld. Daarom heeft het hof, in overeenstemming met de advocaat-generaal en de raadsvrouw, geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde, en heeft de verdachte vrijgesproken.

De uitspraak van het hof is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. H.J. Deuring als voorzitter fungeerde, bijgestaan door mr. A.J. Rietveld en mr. J. Slijper-Kuijper. De griffier van het hof was mr. L.W. van Campen. Mr. Slijper-Kuijper was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

Parketnummer: 24-001145-09
Parketnummer eerste aanleg: 17-682047-08
Arrest van 4 juni 2010 van het gerechtshof te Leeuwarden, meervoudige strafkamer, op het hoger beroep tegen het vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden van 16 april 2009 in de strafzaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1991] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
verschenen in persoon, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D. van den Broek, advocaat te Heerenveen.
Het vonnis waartegen het beroep is gericht
De kinderrechter in de rechtbank Leeuwarden heeft de verdachte bij het vonnis wegens een misdrijf veroordeeld tot een straf, zoals in dat vonnis is omschreven.
Gebruik van het rechtsmiddel
De verdachte is op de voorgeschreven wijze en tijdig in hoger beroep gekomen.
Het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep, alsmede het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte ter zake het primair en subsidiair ten laste gelegde zal vrijspreken.
De beslissing op het hoger beroep
Het hof zal het vonnis vernietigen en opnieuw recht doen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd, dat:
hij op of omstreeks 7 december 2008, dan wel in of omstreeks de periode van
6 december 2008 tot en met 8 december 2008, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk het raam (aan de linkerachterzijde) van een auto (Suzuki Alto, kleur wit), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], en/of de voorruit van een auto (Alfa Romeo, kleur zwart), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2], en/of het achterraam van een auto (Citroën Berlingo, kleur wit), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 3], en/of de ruit van een voordeur (van een woning gelegen aan de [adres]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [bedrijf], en/of de rechter achterruit van een auto (Peugeot 309, kleur beige), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5], en/of de achterruit van een auto (Opel Zafira, kleur blauw), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6], en/of een (blauwe) damesfiets, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], en/of de ruit van een schuurdeur (van een woning gelegen aan de [adres]), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of [bedrijf], en/of een ruit van een (leegstaande) woning (gelegen aan de [adres]), geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval (telkens) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
subsidiair zo het vorenstaande niet mocht leiden tot schuldigverklaring van en strafoplegging aan verdachte
hij op of omstreeks 7 december 2008, dan wel in of omstreeks de periode van 6 december 2008 tot en met 8 december 2008, te [plaats], (althans) in de gemeente [gemeente], met een ander of anderen, op of aan de openbare weg(en), de [adres] en/of de [adres] en/of de [adres], in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een of meerdere auto('s) en/of een of meerdere woning(en) en/of een fiets, welk geweld bestond uit het (telkens) trappen tegen en/of het gooien met (een) (bier)fles(je) (s) en/of het gooien met een/die fiets tegen, en/of het (telkens) (anderszins) door geweld vernielen en/of kapot maken en/of beschadigen van de/een ruit(en) /ra(a)m(en) van die auto('s) en/of de/een ruit(en)/ra(a)m(en) van die woning(en).
Vrijspraak
Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van vernieling dan wel aan het openlijk in vereniging geweld plegen.
De verdachte heeft ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan het ten laste gelegde. Meer in het bijzonder heeft de verdachte verklaard dat hij weliswaar aanwezig is geweest bij de reeks vernielingen die zijn achterneef [medeverdachte] op
7 december 2008 pleegde, maar daaraan niet heeft deelgenomen. Verdachte heeft verklaard dat hij - tevergeefs - geprobeerd heeft zijn achterneef te beletten vernielingen te plegen. Voorts heeft de verdachte verklaard dat hij zijn achterneef niet alleen wilde laten omdat deze veel alcohol had gedronken en het leek alsof hij niet meer wist wat hij deed.
Uit de inhoud van het strafdossier noch uit het verhandelde ter terechtzitting van het hof is gebleken dat van verdachte zelf enige actieve gewelddadige handeling is uitgegaan. Niet is gebleken dat de bijdrage van verdachte aan de vernielingen, gepleegd door zijn achterneef, is uitgestegen boven het louter daarbij aanwezig zijn. Volgens jurisprudentie van de Hoge Raad is de enkele aanwezigheid bij en het zich niet distantiëren van door een ander of anderen gepleegd geweld niet zonder meer voldoende om tot een bewezenverklaring van hetzij medeplegen van vernielingen, hetzij openlijk geweld te komen. Aldus is het hof, evenals de advocaat-generaal en de raadsvrouw, van oordeel dat wettig en overtuigend bewijs voor zowel het primair als subsidiair ten laste gelegde ontbreekt, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken.
De uitspraak
HET HOF,
RECHT DOENDE OP HET HOGER BEROEP:
vernietigt het vonnis, waarvan beroep, en opnieuw recht doende:
verklaart het verdachte onder primair en subsidiair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt hem daarvan vrij.
Dit arrest is aldus gewezen door mr. H.J. Deuring, voorzitter, mr. A.J. Rietveld en mr. J. Slijper-Kuijper, in tegenwoordigheid van mr. L.W. van Campen als griffier. Mr. Slijper-Kuijper is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.